ECLI:NL:RBDHA:2023:11407
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet voldaan griffierecht in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft eiser op 16 november 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 21 oktober 2022 is genomen. Dit besluit hield in dat aan eiser een inreisverbod was opgelegd. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet is voldaan binnen de gestelde termijn van vier weken, zoals aangegeven in de brieven van de griffier aan eiser. Eiser heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
De rechtbank heeft overwogen dat op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb een beroep niet-ontvankelijk is als het verschuldigde griffierecht niet tijdig is voldaan. Aangezien eiser het griffierecht niet heeft betaald, is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank komt daardoor niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.