In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 1 augustus 2023, is het beroep van eiser, een Afghaanse nationaliteit houder, gegrond verklaard. Eiser had op 17 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging voor voorlopig verblijf (mvv). De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiser heeft verweerder in gebreke gesteld op 13 april 2023, maar er is sindsdien geen besluit genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag is verstreken, en dat verweerder binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,- voor de periode van 4 mei 2023 tot en met 14 juni 2023. Eiser is vrijgesteld van het betalen van griffierecht en heeft recht op een proceskostenvergoeding van € 418,50. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.