In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar bezwaarschrift door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank Den Haag, zitting houdende in Middelburg, heeft op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de verweerder is overschreden. Eiseres heeft de rechtbank verzocht om een bestuurlijke dwangsom vast te stellen, omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen over de dwangsom. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een langere beslistermijn rechtvaardigen en heeft verweerder een termijn van veertien dagen gegeven om alsnog een besluit te nemen.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit bekend te maken. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 418,50 en het griffierecht van € 184. Deze uitspraak is gedaan door rechter K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore, en is openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak.