ECLI:NL:RBDHA:2023:11245

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juli 2023
Publicatiedatum
28 juli 2023
Zaaknummer
NL23.18182
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitenbehandelingstelling asielaanvraag wegens niet voldoen aan informatieverzoeken

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn asielaanvraag. Eiser, van Russische nationaliteit, heeft op 23 mei 2023 een opvolgende aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De staatssecretaris heeft deze aanvraag op 16 juni 2023 buiten behandeling gesteld, omdat eiser niet voldeed aan twee informatieverzoeken. Eiser heeft bij zijn aanvraag geen beëdigde vertalingen van Russische documenten overgelegd en heeft niet duidelijk gemaakt hoe het rapport van een LHBTI-vereniging zijn aanvraag ondersteunt. Tijdens de zitting op 18 juli 2023 heeft eiser zich afgemeld, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was. De rechtbank concludeert dat eiser niet aan de informatieverzoeken heeft voldaan, waardoor de staatssecretaris terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld. Eiser kan een nieuwe asielaanvraag indienen als hij in staat is om een complete aanvraag te doen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bestreden besluit blijft in stand.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.18182

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. L. Rossingh).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van de asielaanvraag van eiser. Eiser stelt van Russische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] . Hij heeft op 23 mei 2023 een opvolgende aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend via een M35-O-formulier. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 16 juni 2023 deze aanvraag buiten behandeling gesteld.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met zaak NL23.18183, op 18 juli 2023 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting. De gemachtigde van de staatssecretaris is wel verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de buitenbehandelingstelling van de opvolgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten.
4.1
Eiser heeft op 6 mei 2018 zijn eerste asielaanvraag in Nederland ingediend. Deze asielaanvraag is bij beschikking van 17 juli 2020 afgewezen. Het beroep hiertegen is door de rechtbank bij uitspraak van 9 maart 2022 [1] ongegrond verklaard. Deze uitspraak is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) bij uitspraak van 1 mei 2023 bevestigd. [2] .
4.2
Eiser heeft op 23 mei 2023 via een formulier M35-O een tweede aanvraag gedaan. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag: In Rusland wordt op het moment een politieke discussie gevoerd om LHBTI’ers te achtervolgen. Eiser wijst voorts op politieke activiteiten in het verleden. Ter onderbouwing beroept eiser zich op een rapport van een LHBTI-vereniging. Voorts heeft eiser meerdere foto’s en documenten overgelegd:
4.3
Op 1 juni 2023 heeft de staatssecretaris aan eiser het voornemen gestuurd de aanvraag buiten behandeling te stellen. Daarbij heeft de staatssecretaris eiser de kans gegeven om zijn aanvraag aan te vullen en heeft de staatssecretaris aangegeven op welke punten de aanvraag niet compleet was. Van de Russische documenten ontbraken de officiële, Nederlandse vertalingen en het door eiser aangehaalde rapport van de LHBTI-vereniging ontbrak in zijn geheel.
4.4
Eiser heeft op 8 juni een zienswijze gegeven, waarbij alsnog het rapport van LGBT Asylum support is overgelegd. Eiser heeft tevens niet-beëdigde vertalingen van de Russische teksten overgelegd.
Het bestreden besluit
5. De staatssecretaris heeft de aanvraag van eiser buiten behandeling gesteld omdat de aanvraag niet compleet zou zijn. De staatssecretaris stelt in dit verband dat eiser heeft nagelaten om informatie te verstrekken die van wezenlijk belang is voor zijn aanvraag. Eiser heeft namelijk nagelaten om beëdigde vertalingen over te leggen van de Russische documenten. Eiser heeft eveneens nagelaten aan te geven waarom het door hem overgelegde rapport van LGBT Asylum support van belang is voor zijn aanvraag.
Informatieverzoek
6. Eiser stelt dat zijn aanvraag ten onrechte buiten behandeling is gesteld. Eiser beroept zich in de eerste plaats op hetgeen in de zienswijze gesteld en aan stukken overgelegd is. Eiser stelt dat de staatssecretaris de daar genoemde argumenten niet meegenomen heeft in het bestreden besluit, waardoor het besluit in strijd met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel tot stand is gekomen. Eiser legt voorts in beroep een beëdigde vertaling van de Russische teksten over. Tot slot stelt eiser dat de staatssecretaris een onnodig formalistische houding heeft ten opzichte van het rapport van LGBT Asylum Support. De inhoud van het rapport spreekt voor zich, waardoor het niet nodig is voor de behandeling van de aanvraag om expliciet een reden voor het inbrengen van dit rapport aan te voeren.
6.1
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris een aanvraag buiten behandeling kan stellen, indien een vreemdeling twee keer heeft nagelaten te antwoorden op verzoeken om informatie te verstrekken over de elementen ter staving van zijn aanvraag. [3] De Afdeling heeft geduid wanneer sprake is van twee informatieverzoeken. [4] De Afdeling heeft overwogen dat het eerste informatieverzoek het formulier M35-O betreft. Wanneer de staatssecretaris in het voornemen de vreemdeling de kans biedt om het verzuim uit het formulier te herstellen door informatie aan te vullen, is dit het tweede informatieverzoek. Zodoende kan de staatssecretaris de aanvraag buiten behandeling stellen als met de zienswijze het verzuim niet is hersteld. De rechtbank moet derhalve de vraag beantwoorden of de staatssecretaris met het voornemen om bepaalde informatie heeft verzocht en of eiser deze informatie vervolgens wel of niet overgelegd heeft.
6.2
De rechtbank overweegt dat in het formulier M35-O op pagina 4 is vermeld dat, wanneer stukken worden overgelegd die niet in de Nederlandse taal gesteld zijn, er een officiële Nederlandse vertaling van deze documenten moet worden overgelegd. Op dezelfde pagina wordt vermeld dat de aanvraag goed onderbouwd moet worden en dat deze onderbouwing persoonlijk moet zijn. Bij het invullen van het formulier moet goed en duidelijk uitgelegd worden welke reden er is voor een opvolgende aanvraag en waarom die voor de betrokkene persoonlijk geldt. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris in het voornemen aan eiser heeft verzocht om officiële vertalingen van Russische Facebookberichten, Russische documenten en een Russisch filmpje op YouTube over te leggen. De staatssecretaris heeft eiser eveneens verzocht om aan te geven hoe de vertalingen zijn aanvraag ondersteunen. De staatssecretaris heeft voorts verzocht het rapport van de LHBTI-vereniging, welke ontbrak bij het formulier, over te leggen en aan te geven waarom het rapport van belang is voor de asielaanvraag.
6.3
Met de zienswijze heeft eiser niet-beëdigde vertalingen overgelegd. Daarmee is niet voldaan aan het informatieverzoek. Met de zienswijze heeft eiser tevens een rapport van LGBT Asylum support overgelegd. Eiser heeft echter verzuimd aan te geven waarom het rapport van belang is voor zijn asielaanvraag. De rechtbank is van oordeel dat het wel op de weg van eiser had gelegen om een persoonlijke en concrete toelichting te geven op het belang van het rapport voor zijn asielaanvraag. Eisers eerste asielaanvraag is afgewezen omdat de staatssecretaris eisers seksuele geaardheid niet geloofwaardig vond. In die procedure heeft eiser reeds meermaals verklaringen van derden overgelegd, wat de staatssecretaris in het kader van de integrale geloofwaardigheidsbeoordeling niet tot een andere beslissing heeft bewogen. In dat kader heeft de staatssecretaris terecht van eiser verwacht dat hij duidelijk zou maken hoe het rapport zijn opvolgende asielaanvraag ondersteunt. In het M35-O heeft eiser daarnaast in algemene bewoordingen gesteld dat er in Rusland een politieke discussie wordt gevoerd om LHBTI’ers te achtervolgen. De rechtbank meent dat eiser bedoelt te stellen dat homoseksuelen in de toekomst in Rusland vervolgd zouden kunnen worden. Het is echter niet duidelijk hoe het rapport deze stelling ondersteunt. Ook in dit verband was een persoonlijke en concrete toelichting op het rapport noodzakelijk. Dit heeft eiser nagelaten.
6.4
De rechtbank is op grond van voorgaande van oordeel dat eiser niet aan het eerste en tweede informatieverzoek heeft voldaan. De staatssecretaris heeft dan ook kunnen besluiten tot buitenbehandelingstelling van de aanvraag.
6.5.
In beroep heeft eiser alsnog officiële vertalingen overgelegd. Dit kan eiser echter niet baten, nu in beroep enkel het besluit ter buitenbehandelingstelling voorligt en niet een inhoudelijk besluit van de staatssecretaris. Eiser kan een nieuwe asielaanvraag indienen, als hij meent dat hij nu wel in staat is om een complete aanvraag in te dienen. Als de staatssecretaris op die aanvraag een inhoudelijk besluit neemt, kan eiser zich indien nodig wenden tot de bestuursrechter en de gewenste inhoudelijke toetsing van de door hem overgelegde stukken krijgen. Daarvoor bestaat in deze procedure geen aanleiding.

Conclusie en gevolgen

7. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht buiten behandeling gesteld.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Dijk, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

3.Artikel 3.45b, eerste lid, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (VV).
4.Uitspraak van de Afdeling van 21 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:574.