ECLI:NL:RBDHA:2023:1124

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
6 februari 2023
Zaaknummer
NL22.7689
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag en bestuurlijke dwangsommen

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 9 oktober 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft op 24 juni 2022 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Ondanks deze inwilliging heeft eiser besloten het beroep te handhaven, met name gericht op de conclusie van verweerder dat er geen bestuurlijke dwangsommen aan eiser verschuldigd zijn. De rechtbank heeft geconstateerd dat, gezien de inwilliging van de asielaanvraag, eiser geen procesbelang meer heeft voor het deel van het beroep dat betrekking heeft op het niet-tijdig nemen van een besluit. Dit is in overeenstemming met artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft vervolgens overwogen dat de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND van toepassing is, waardoor de artikelen 4:17 tot en met 4:19 en 8:55c van de Awb niet van toepassing zijn op besluiten op asielaanvragen. Dit betekent dat verweerder geen bestuurlijke dwangsommen aan eiser kan verbeuren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft eerder geoordeeld dat de Tijdelijke wet niet onverbindend is wegens strijd met het Unierecht.

Aangezien de Tijdelijke wet in dit geval de mogelijkheid van een bestuurlijke dwangsom uitsluit, heeft eiser met zijn beroep niet kunnen bereiken wat hij wilde, waardoor ook in dit opzicht het procesbelang ontbreekt. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Wel heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 418,50, omdat eiser door het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag in de gelegenheid is gesteld beroep in te stellen.

De rechtbank heeft de uitspraak gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.7689

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M. Grigorjan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 9 oktober 2021.
Verweerder is niet ingegaan op het verzoek van de rechtbank om een verweerschrift in te dienen.
Bij besluit van 24 juni 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd.
Desgevraagd heeft eiser medegedeeld dat hij het beroep handhaaft.
De rechtbank heeft het voornemen geuit om uitspraak te doen zonder een zitting te houden. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op eisers asielaanvraag, dient te worden vastgesteld dat met de inwilliging van deze aanvraag aan het beroep is tegemoetgekomen zodat eiser gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Awb in zoverre geen procesbelang meer heeft.
2. Eiser heeft zijn beroep willen handhaven voor zover verweerder zich in het besluit van 24 juni 2022 heeft geconcludeerd dat hij aan eiser geen bestuurlijke dwangsommen verschuldigd is.
3. De Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND (Tijdelijke wet) sluit uit dat de artikelen 4:17 tot en met 4:19 en 8:55c van de Awb worden toegepast op besluiten op asielaanvragen. Het gevolg hiervan is dat verweerder aan eiser geen bestuurlijke dwangsommen kan verbeuren.
4. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) heeft bij uitspraak van 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352 geoordeeld dat er geen aanleiding is voor de conclusie dat de Tijdelijke wet op dit punt onverbindend moet worden geacht wegens strijd met het Unierecht.
5. Nu artikel 1 van de Tijdelijke wet in dit geval de mogelijkheid van een bestuurlijke dwangsom uitsluit, kan eiser met het beroep niet bereiken wat hij wil, zodat ook in zoverre het procesbelang ontbreekt.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Omdat eiser vanwege het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag beroep heeft kunnen instellen, ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 418,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,- en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is omdat het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.