ECLI:NL:RBDHA:2023:11209
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ingangsdatum van de verblijfsvergunning asiel in relatie tot de asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen de ingangsdatum van zijn verblijfsvergunning asiel beoordeeld. Eiser, van Jemenitische nationaliteit, had zich op 12 mei 2022 in het aanmeldcentrum Ter Apel aangemeld en zijn asielwens geuit. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid stelde dat de ingangsdatum van de asielvergunning niet de datum van aanmelding was, maar de datum waarop eiser het M35-H formulier ondertekende, namelijk 1 juni 2022. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht deze datum als ingangsdatum heeft vastgesteld, conform artikel 44 van de Vreemdelingenwet 2000, dat bepaalt dat de verblijfsvergunning asiel wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag is ontvangen. De rechtbank wijst erop dat de Procedurerichtlijn geen bepalingen bevat over de ingangsdatum van de asielvergunning en dat er geen schending van deze richtlijn is. Eiser's beroep wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de ingangsdatum van de asielvergunning niet wordt gewijzigd en eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.