Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen op basis van de stelling dat België verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL23.11995, waarin op het beroep van verzoeker was beslist. Gezien deze eerdere uitspraak werd het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing om het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen, werd openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.