In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, die asiel heeft aangevraagd in Nederland op basis van zijn homoseksuele geaardheid. Eiser, geboren in 1991 en van Tunesische nationaliteit, heeft verklaard dat hij in Tunesië is mishandeld en bedreigd vanwege zijn geaardheid. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag van eiser afgewezen, omdat hij de geaardheid van eiser ongeloofwaardig achtte. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft de zaak op 22 juni 2023 behandeld. Eiser was aanwezig met zijn gemachtigde, en de rechtbank heeft de verklaringen van eiser en de ingediende stukken zorgvuldig gewogen. De rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hij de homoseksuele geaardheid van eiser ongeloofwaardig achtte. De rechtbank wijst op de consistentie in de verklaringen van eiser en de onderbouwing door middel van documenten, zoals verklaringen van zijn partner en de LHBTI-organisatie Shams.
De rechtbank oordeelt dat verweerder niet voldoende heeft aangetoond dat Tunesië een veilig land van herkomst is voor eiser. Daarom verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de nieuwe informatie in acht moet worden genomen. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond is verklaard. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 2.511,- voor de beroepsprocedure en € 837,- voor de voorlopige voorziening.