ECLI:NL:RBDHA:2023:10991

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
NL23.15661 en NL23.15662
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van eiser met homoseksuele geaardheid afgewezen; rechtbank oordeelt dat onvoldoende is gemotiveerd dat geaardheid ongeloofwaardig is

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, die asiel heeft aangevraagd in Nederland op basis van zijn homoseksuele geaardheid. Eiser, geboren in 1991 en van Tunesische nationaliteit, heeft verklaard dat hij in Tunesië is mishandeld en bedreigd vanwege zijn geaardheid. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag van eiser afgewezen, omdat hij de geaardheid van eiser ongeloofwaardig achtte. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De rechtbank heeft de zaak op 22 juni 2023 behandeld. Eiser was aanwezig met zijn gemachtigde, en de rechtbank heeft de verklaringen van eiser en de ingediende stukken zorgvuldig gewogen. De rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hij de homoseksuele geaardheid van eiser ongeloofwaardig achtte. De rechtbank wijst op de consistentie in de verklaringen van eiser en de onderbouwing door middel van documenten, zoals verklaringen van zijn partner en de LHBTI-organisatie Shams.

De rechtbank oordeelt dat verweerder niet voldoende heeft aangetoond dat Tunesië een veilig land van herkomst is voor eiser. Daarom verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de nieuwe informatie in acht moet worden genomen. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond is verklaard. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 2.511,- voor de beroepsprocedure en € 837,- voor de voorlopige voorziening.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.15661 en NL23.15662
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiser/verzoeker] , eiser/verzoeker (hierna: eiser)

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. F.J.E. Hogewind),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.P. de Boo).

ProcesverloopBij besluit van 22 mei 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld [2] . Ook heeft hij een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend [3] .
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank/de voorzieningenrechter (hierna: de rechtbank) heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 22 juni 2023 op zitting behandeld. Eiser was aanwezig met zijn gemachtigde. Als tolk was aanwezig H. Lotfi. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser is op [geboortedag] 1991 geboren en heeft de Tunesische nationaliteit. Hij heeft in Nederland een asielaanvraag ingediend vanwege zijn homoseksuele geaardheid. Eiser zou vanwege zijn geaardheid drie keer zijn mishandeld, zijn baan zijn kwijtgeraakt en door een familielid zijn bedreigd. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser afgewezen. Verweerder gelooft niet dat eiser homoseksueel is en dat hij daardoor problemen heeft gehad. Eiser heeft weliswaar op punten consistent verklaard, maar volgens verweerder is eiser er onvoldoende in geslaagd om op een persoonlijke en authentieke wijze te verklaren over zijn geaardheid en zijn persoonlijke gedachtegang en beleving ten aanzien van die geaardheid. Dat komt omdat eiser met name te algemeen en onvoldoende authentiek heeft verklaard over zijn gevoelens en gedachten, aldus verweerder. Eiser heeft zijn problemen verder niet onderbouwd met documenten en hij heeft volgens verweerder wisselend verklaard over de problemen. Tunesië wordt door verweerder beschouwd als een veilig land van herkomst. Volgens verweerder heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat daarvan niet kan worden uitgegaan voor eiser.
Wat vindt eiser in beroep?
2. Eiser betoogt dat verweerder zijn geaardheid ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Verweerder heeft onvoldoende rekening gehouden met eisers referentiekader. Eiser is laaggeletterd en heeft door de continue angst in Tunesië nooit geleerd om over zijn emoties en gevoelens te praten. Verder komt het betoog van eiser er in de kern op neer dat hij wel degelijk uitgebreid, persoonlijk en authentiek heeft verklaard. Eiser heeft in beroep meerdere stukken overgelegd om zijn betoog te onderbouwen: een verklaring van zijn huidige partner, foto’s, een verklaring van het COC, informatie over de Tunesische LHBTI-belangenorganisatie Shams en een e-mail van een van de oprichters van Shams.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
3. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser zijn homoseksuele geaardheid en de daaruit voortkomende problemen niet aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank vindt hierbij meerdere aspecten van belang. Zij zal hieronder de belangrijkste punten bespreken.
Consistente verklaringen en kennis die het relaas onderbouwt
3.1.
De rechtbank stelt voorop dat verweerder in de besluitvorming heeft vastgesteld dat eiser op een aanzienlijk aantal punten een consistent verhaal heeft verteld en verklaringen heeft gegeven die bijdragen aan de onderbouwing van zijn relaas. Zo heeft verweerder betrokken dat eiser consistent heeft verklaard over de gebeurtenis waarbij eiser realiseerde dat hij seks wilde met een man. Ook geeft verweerder aan dat eiser in het algemeen consistent heeft verklaard over zijn relaties, bijvoorbeeld hoe lang deze relaties duurden en over hoe de ene relatie overging in de volgende relatie. Eiser heeft verder verteld over zijn huidige relatie in Nederland, waarover verweerder heeft gesteld dat dit bijdraagt aan de geloofwaardigheid van eisers verklaringen. Daarnaast heeft verweerder betrokken dat eiser kennis heeft over de positie van LHBTI’ers in Tunesië en dat deze kennis bijdraagt aan de onderbouwing van zijn relaas. Eiser heeft tot slot kennis van de positie van homoseksuelen in Nederland en hij weet hoe de wetgeving hier in elkaar steekt, aldus verweerder.
Privéleven
3.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser er niet in is geslaagd om inzichtelijk te maken hoe hij zich realiseerde dat hij homoseksueel is, hoe die periode voor hem was en hoe hij daarmee omging. In dit kader werpt verweerder tegen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over wanneer het samenzijn met een familielid overging van gedwongen contact naar vrijwillig contact. Ook zou eiser door algemene en summiere verklaringen onvoldoende inzicht hebben gegeven in wat er door hem heenging (gevoelens en gedachten) toen hij zich realiseerde dat hij homoseksueel is en toen zijn familie erachter kwam. De rechtbank leidt uit de stukken en uit de zitting af dat het zwaartepunt van de afwijzing op dit laatste punt ligt.
3.3.
Verweerder heeft volgens de rechtbank op dit onderdeel onvoldoende gemotiveerd waarom eiser te algemeen en summier heeft verklaard over wat er qua gevoelens en gedachten door hem heenging toen hij zich realiseerde dat hij homoseksueel is en toen zijn familie achter zijn geaardheid kwam. De rechtbank zet de belangrijkste verklaringen van eiser hieronder uiteen om uit te leggen hoe zij tot dit oordeel komt.
Zo heeft eiser verklaard dat het idee dat homoseksuele gevoelens in Tunesië niet geaccepteerd worden, zijn leven heeft vernietigd en dat hij eraan kapot is gegaan. Eiser verklaart enerzijds dat hij de homoseksuele gevoelens heeft geaccepteerd, maar dat hij er tegelijkertijd aan kapot ging omdat hij er zoveel door is verloren. Als hem wordt gevraagd wat hij bedoelt met de verklaringen dat hij “eraan kapot is gegaan”, legt eiser uit dat er als gevolg van de gevoelens niemand meer is die naar hem vraagt, dat hij familie en vrienden kwijt is geraakt. Eiser verklaart daarna dat hij angstig was over het feit dat hij de gevoelens niet kon delen, met name dat hij bang was voor fysiek geweld van zijn broer. Als wordt gevraagd hoe eiser zich daarover voelde, geeft hij aan dat hij bang was en vraagt hij zich hardop af of er een nog erger gevoel is dan angstgevoelens. Hij verklaart dat hij het meest last had van angst en dat hij soms wakker schrok van de angst. Als later aan eiser wordt gevraagd of hij het moeilijk vindt om te praten over gevoelens en emoties, geeft eiser aan dat hij niet altijd weet wat de gehoorambtenaar bedoelt met gevoelens en legt hij uit dat je ze (lees: gevoelens) hebt, maar niet altijd kunt uitleggen. Daarna vertelt eiser dat voor hem alles in het gevoel angst zit. Ook legt hij uit dat hij een rot gevoel van binnen kreeg toen hij te maken kreeg met (verbaal) geweld vanwege zijn geaardheid. Hij wilde eigenlijk niets anders dan zichzelf haten. Als daarover wordt doorgevraagd, zegt hij dat het voelde alsof hij geen betekenis had in zijn leven. Eiser legt uit dat hij als het ware van binnen werd vernietigd, dat hij steeds viel en weer opstond. De gehoorambtenaar heeft doorgevraagd over de zelfhaat en gevraagd of eiser daar met anderen over sprak en waarom hij die gevoelens had. Eiser antwoordt daarop dat hij niemand had om erover te praten, dat het hem daardoor stress gaf. Hij vertelt hoe hij zichzelf ging haten door die stress, door scheldpartijen, blikken en fysiek geweld van anderen.
Over het gevoel dat door hem heen ging toen zijn familie erachter kwam dat hij homoseksueel is, verklaart eiser dat er meerdere dingen door hem heengingen. Zo voelde hij dat hij door zijn familie betrapt was, kreeg hij angstgevoelens, voelde hij dat hij eigenlijk niet meer naar huis kon en dat zijn broer hem zou gaan vermoorden. Eiser vertelt dat hij door de afwijzing van zijn familie “de wanhoop van zijn leven kreeg”. In het eerdere gehoor [4] heeft eiser al verklaard dat zij hem wat dat betreft hebben afgewezen en afgestoten en dat dat hem het gevoel geeft dat hij geen familie meer heeft.
3.4.
Vanwege de hierboven besproken verklaringen vindt de rechtbank dat verweerder onvoldoende heeft uitgelegd waarom hij zich op het standpunt stelt dat eiser op dit onderdeel te algemeen en summier heeft verklaard. De rechtbank merkt verder op dat eiser misschien niet geheel eenduidig heeft verklaard over welke keer het contact met het familielid overging van gedwongen contact naar vrijwillig contact. Toch is van een echte tegenstrijdigheid volgens de rechtbank geen sprake, nu eiser het steeds heeft over de vierde en/of vijfde keer. De rechtbank wijst er hierbij ook nog op dat deze gebeurtenissen meer dan 15 jaar voor het gehoor hebben plaatsgevonden.
Shams
3.5.
Verweerder heeft verder tegengeworpen dat eiser vaag en tegenstrijdig heeft verklaard over de hulp die hij zou hebben gekregen van Shams. Volgens verweerder verklaart eiser enerzijds dat Shams hem heeft geholpen bij het accepteren van zijn geaardheid, terwijl hij anderzijds in algemene termen verklaart dat Shams mensen helpt. Het is niet duidelijk wat Shams – naast financiële hulp – voor eiser heeft betekend, aldus verweerder.
3.6.
De rechtbank overweegt hierover het volgende. Als eiser en de gehoormedewerker het hebben over homoseksuele gevoelens in een land als Tunesië, zegt de gehoormedewerker “Het lijkt mij best lastig om dit voor jezelf te accepteren in een gelovig land. Heeft u hulp gehad om dit te accepteren of er informatie over gezocht?”. Eiser antwoordt vervolgens: “Nee, ik heb eerder gezegd dat er wel een vereniging was die mij hier bij heeft geholpen”. Als de gehoormedewerker vervolgens doorvraagt hoe de verenging eiser daarbij heeft geholpen, legt eiser wat meer algemeen uit wat de vereniging doet en dat hij zelf in 2019 financieel is bijgestaan door de organisatie. De gehoormedewerker vraagt vervolgens hoe de vereniging eiser nog meer heeft geholpen, naast de financiële bijstand. Eiser antwoordt hierop dat de vereniging mensen ook helpt door met hen te praten of voor mensen te bemiddelen op werk. Als de gehoormedewerker vervolgens vraagt waarover ze met eiser hebben gepraat om hem te helpen, geeft eiser ook meer algemene verklaringen over de werkwijze van de organisatie. Tot slot vraagt de gehoormedewerker nog specifiek hoe de vereniging eiser heeft geholpen om zichzelf te accepteren. Als eiser daarop reageert zonder gericht antwoord te geven op de vraag, herhaalt de gehoormedewerker de vraag. Eiser geeft daarop aan dat hij de vraag niet begrijpt. Als de gehoormedewerker de vraag nogmaals stelt en daarbij herhaalt dat eiser zelf eerder zou hebben gezegd dat de vereniging hem heeft geholpen zichzelf te accepteren, verklaart eiser dat hij zichzelf al had geaccepteerd voordat hij in contact kwam met de organisatie en dat zij hem alleen financieel hebben ondersteund.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat eiser over dit onderwerp niet zozeer tegenstrijdig heeft verklaard. Uit de verklaringen van eiser blijkt dat hij financiële hulp zou hebben gekregen van Shams voor ziekenhuiskosten die hij had als gevolg van een mishandeling. Dat eiser heeft bedoeld te verklaren dat Shams hem ook heeft geholpen om zichzelf als homoseksuele man te accepteren, kan volgens de rechtbank niet direct uit de verklaringen van eiser worden opgemaakt. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende gemotiveerd heeft waarom hier niet sprake is van een misverstand tussen eiser en de gehoormedewerker, zoals eiser in zijn zienswijze gemotiveerd heeft betoogd.
Problemen vanwege geaardheid
3.7.
Verweerder heeft hierover met name tegengeworpen dat eiser wisselend en tegenstrijdig heeft verklaard over de confrontatie met zijn familie toen zij erachter kwamen dat eiser homoseksueel is. Zo heeft eiser enerzijds verklaard dat zijn oom tegen hem tekeerging en hem sloeg totdat zijn moeder hen uit elkaar haalde. Anderzijds heeft eiser verklaard dat zijn oom hem bij de borst pakte en dat eiser kans zag om zich los te rukken en ervandoor te gaan.
3.8.
De rechtbank is van oordeel dat de beschreven verklaringen niet wezenlijk tegenstrijdig zijn. Beide verklaringen sluiten elkaar volgens de rechtbank niet uit. Daarbij komt dat eiser verder consistent heeft verklaard over de aanleiding van de gebeurtenis. Zo heeft eiser verklaard dat hij aan het douchen was en dat zijn telefoon in een andere kamer lag toen er meldingen binnenkwamen van nieuwe berichten. Zijn oom zou die meldingen hebben gezien en vervolgens meerdere berichten en foto’s hebben bekeken. Dit was mogelijk omdat eiser net een nieuwe telefoon had en nog geen beveiligingscode had ingesteld. Eiser heeft in beide gehoren zo verklaard over de aanleiding van de gebeurtenis met zijn familie.
Onderbouwende stukken
3.9.
De rechtbank wijst tot slot op het integrale karakter van de geloofwaardigheidsbeoordeling die verweerder moet verrichten. Van belang is dat naast de eigen verklaringen van eiser ook de overige overgelegde informatie wordt betrokken [5] . De rechtbank overweegt dat eiser een aanzienlijk aantal stukken heeft overgelegd dat zijn asielrelaas (mogelijk) onderbouwt. Zo heeft eiser onder andere foto’s overgelegd, kopieën van whatsapp-gesprekken, een verklaring van zijn huidige partner, een verklaring van een medeoprichter van Shams en een e-mail van Shams waarin wordt bevestigd dat zij de ziekenhuisrekening van eiser hebben betaald.
3.10.
De rechtbank overweegt dat verweerder de stukken, voor zover overgelegd vóór het bestreden besluit, heeft betrokken en heeft gemotiveerd welke waarde hieraan gehecht wordt. Een groot aantal stukken is echter in de beroepsfase overgelegd. Verweerder heeft zich in het verweerschrift en op de zitting op het standpunt gesteld dat deze stukken niet doorslaggevend kunnen zijn, nu door eisers verklaringen geen sprake is van een twijfelgeval. Gelet op wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen over die verklaringen, kan dit standpunt niet worden gevolgd. Daar komt nog bij dat verweerder niet (meer) betwist dat eiser op dit moment een relatie heeft met een man.
Verder wijst de rechtbank met name op het recent overgelegde e-mailbericht van Shams, waarin wordt bevestigd dat zij de ziekenhuisrekening van eiser hebben betaald. De rechtbank benadrukt dat dit feitelijke informatie is en dat Shams zelf geen belang heeft bij een positieve uitkomst van eisers asielaanvraag. Dit zijn aspecten die volgens verweerders eigen werkinstructie in positieve zin bijdragen aan de bewijswaarde van een stuk [6] . De enkele opmerking in het verweerschrift dat aan het e-mailbericht alleen maar een gering gewicht kan toekomen, omdat de authenticiteit niet is vast te stellen, volgt de rechtbank niet. In het verweerschrift en op de zitting heeft verweerder namelijk aangegeven dat hij de inhoud van het e-mailbericht (dat Shams financiële hulp heeft geboden aan eiser) niet betwist. De rechtbank volgt verweerder daarbij ook niet in zijn standpunt dat deze financiële hulp niets bewijst (of kan bewijzen) ten aanzien van eisers geaardheid. Verweerder heeft nagelaten te betrekken dat Shams een organisatie is die geen belang heeft bij het financieel ondersteunen van willekeurige personen die niet gerelateerd zijn aan hun doelgroep.
Wat is de conclusie?
4. Gelet op het voorgaande, komt de rechtbank tot de conclusie dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat hij de gestelde homoseksuele geaardheid van eiser en de daaruit voorkomende problemen ongeloofwaardig vindt. Dat brengt ook met zich mee dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat Tunesië voor eiser een veilig land van herkomst is. Het beroep is daarom gegrond. Het ligt nu op de weg van verweerder om de gestelde geaardheid en de daaruit voortkomende problemen opnieuw integraal te beoordelen, waarbij ook de door eiser in beroep overgelegde stukken betrokken moeten worden. Verweerder zal binnen 12 weken vanaf heden een nieuw besluit moeten nemen en daarbij rekening moeten houden met deze uitspraak.
5. Omdat de rechtbank nu beslist over het beroep van eiser en dit gegrond verklaart, is er voor het treffen van een voorlopige voorziening geen reden meer. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
6. De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten die eiser heeft gemaakt voor het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.511,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen op zitting met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op om binnen 12 weken vanaf heden een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,-;
De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.C. Laagland, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr.J.F.A. Bleichrodt, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Zaaknummer NL23.15661.
3.Zaaknummer NL23.15662.
4.Rapport Gehoor veilig land van herkomst.
5.Zie hiervoor ook Werkinstructie (WI) 2019/17.
6.Zie ook de WI 2019/17.