ECLI:NL:RBDHA:2023:10920
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 1 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G.J. Dijkman, heeft op 3 januari 2023 beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. Na een beslissing van verweerder op 15 februari 2023 heeft verzoeker het beroep ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet heeft gereageerd op dit verzoek, wat wordt geïnterpreteerd als geen bezwaar tegen de vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van € 418,50 voor de gemaakte proceskosten, omdat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de inschakeling van een professionele juridische hulpverlener en een wegingsfactor van 0,5, aangezien de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. Daarnaast moet verweerder ook het griffierecht aan verzoeker betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechtbank heeft verzoeker geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.