ECLI:NL:RBDHA:2023:10707
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens eerdere beslissing
Op 20 juli 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen op 5 juni 2023, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 juli 2023 behandeld, maar de verzoeker en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De verzoeker, van Tunesische nationaliteit, heeft op de zitting zijn standpunt niet kunnen toelichten. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.16796) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier mr. N.W. Brand. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 juli 2023, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.