In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 16 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, eigenaar van een bedrijfsruimte, en de Vereniging van Eigenaars (VvE) van het gebouw waarin deze bedrijfsruimte zich bevindt. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E. Boerwinkel, vorderde dat de VvE zou meewerken aan de aansluiting van een luchtafvoerinstallatie, die noodzakelijk is voor zijn scooterwinkel. De VvE, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.W.C. van Ooijen, voerde verweer tegen deze vordering.
De eiser stelde dat zijn huidige luchtafvoersysteem niet functioneert en dat de VvE op kosten van de vereniging een nieuw luchtafvoerkanaal moest aanleggen. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de vordering niet voor toewijzing in aanmerking kwam. De rechter wees erop dat de VvE niet tijdig betrokken was bij de besluitvorming over de voorgestelde oplossing en dat de andere eigenaren in de VvE eerst hun mening moesten geven in een algemene ledenvergadering. De voorzieningenrechter concludeerde dat het belang van de eiser bij een oplossing niet zodanig spoedeisend was dat het traject van overleg met de andere eigenaren overgeslagen kon worden.
De voorzieningenrechter wees de vordering van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten, die op € 1.755,- werden begroot. De kosten dienden binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te worden betaald, met wettelijke rente bij gebreke van tijdige betaling. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.