ECLI:NL:RBDHA:2023:10695

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
C/09/647478 / KG ZA 23-385
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot medewerking aan aansluiting luchtafvoerinstallatie door Vereniging van Eigenaars

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 16 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, eigenaar van een bedrijfsruimte, en de Vereniging van Eigenaars (VvE) van het gebouw waarin deze bedrijfsruimte zich bevindt. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E. Boerwinkel, vorderde dat de VvE zou meewerken aan de aansluiting van een luchtafvoerinstallatie, die noodzakelijk is voor zijn scooterwinkel. De VvE, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.W.C. van Ooijen, voerde verweer tegen deze vordering.

De eiser stelde dat zijn huidige luchtafvoersysteem niet functioneert en dat de VvE op kosten van de vereniging een nieuw luchtafvoerkanaal moest aanleggen. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de vordering niet voor toewijzing in aanmerking kwam. De rechter wees erop dat de VvE niet tijdig betrokken was bij de besluitvorming over de voorgestelde oplossing en dat de andere eigenaren in de VvE eerst hun mening moesten geven in een algemene ledenvergadering. De voorzieningenrechter concludeerde dat het belang van de eiser bij een oplossing niet zodanig spoedeisend was dat het traject van overleg met de andere eigenaren overgeslagen kon worden.

De voorzieningenrechter wees de vordering van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten, die op € 1.755,- werden begroot. De kosten dienden binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te worden betaald, met wettelijke rente bij gebreke van tijdige betaling. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/647478 / KG ZA 23-385
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 16 juni 2023
in de zaak van
[eiser]te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. M.E. Boerwinkel te Amsterdam,
tegen:
Vereniging van Eigenaars [naam VvE]te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. D.W.C. van Ooijen te Eindhoven.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘ [eiser] ’ en ‘de VvE’.
Aanwezig is mr. H.J. Vetter, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. T.A.E. Scheers, griffier.
Tevens zijn aanwezig [eiser] , vergezeld van mr. Boerwinkel, en [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] namens de VvE, vergezeld van mr. Van Ooijen.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
[eiser] is de eigenaar van het appartementsrecht, omvattende het uitsluitend gebruik van de bedrijfsruimte op de begane grond aan de [adres] te [plaats] . [eiser] exploiteert in de bedrijfsruimte een scooterwinkel, waarin hij scooters verkoopt, onderhoudt en repareert. Deze bedrijfsruimte maakt onderdeel uit van een complex, bestaande uit bedrijfsruimtes en parkeerplaatsen op de begane grond en appartementen op de hoger gelegen verdiepingen (hierna ook: het gebouw). De VvE heeft tot doel het beheer van het gebouw en de grond en het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de eigenaren.
1.2.
[eiser] wenst dat er op kosten van de VvE, al dan niet tijdelijk, een luchtafvoerkanaal wordt geplaatst langs de muur van het gebouw, omdat zijn huidige inpandige luchtafvoersysteem – dat is aangelegd nadat partijen eerder ook al hebben geprocedeerd over de luchtafvoer – niet functioneert.
1.3.
[eiser] vordert in deze procedure, zakelijk weergegeven, om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. de VvE te veroordelen om binnen 24 uur na dagtekening van dit vonnis toestemming te verlenen, middels een schrijven aan [eiser] , om de luchtafvoerinstallatie opnieuw aan te (laten) sluiten op het gat in de buitenmuur, op kosten van de VvE;
2.
primairde VvE te veroordelen om binnen zeven kalenderdagen na dagtekening van dit vonnis al dan niet tijdelijk een rook-/luchtafvoerkanaal langs de zijmuur van het gebouw te (laten) plaatsen, zodat deze aansluit op de luchtafvoer van de VvE via het gat in de muur, en boven het dak zal eindigen op een wijze zoals de Omgevingsdienst Haaglanden destijds heeft goedgekeurd en heeft toegelicht aan de VvE;
subsidiairde VvE te veroordelen om binnen zeven kalenderdagen na dagtekening van dit vonnis al dan niet tijdelijk een rook-/luchtafvoerkanaal zodanig te (laten) plaatsen, dat deze enerzijds aansluit op de luchtafvoer van de VvE via het gat in de muur en op een wijze zal worden geplaatst in overeenstemming met de instructies van de Omgevingsdienst Haaglanden, dan wel op een in elk geval door die dienst goed te keuren wijze, mits de luchtafvoerinstallatie met de gevonden oplossing daadwerkelijk weer lucht afvoert, een en ander door de VvE te laten controleren direct na het plaatsen daarvan;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 750,- per dag, met een maximum van € 30.000,- en met veroordeling van de VvE in de kosten van dit geding.
1.4.
De VvE voert verweer tegen het gevorderde.
1.5.
Het gevorderde komt niet voor toewijzing in aanmerking. Daartoe is het volgende redengevend.
1.6.
[eiser] heeft de wens om de in zijn bedrijfsruimte noodzakelijke luchtafvoer te regelen op een wijze waarbij er een buis loopt door de muur van het gebouw, langs de zijde van het gebouw tot boven het dak. Het gaat hier dus om het treffen van een voorziening aan het gemeenschappelijke deel van het gebouw en de vorderingen zijn gericht tegen de VvE. Voor de noodzaak van de in dit geding gevorderde ordemaatregel verwijst [eiser] naar een rapportage die hij heeft laten opstellen, waarbij de VvE niet of te laat betrokken is geweest/geraakt. De VvE is in ieder geval niet betrokken geweest bij het opstellen van de onderzoeksvragen. De VvE heeft zich ook nog niet over het voorstel van [eiser] kunnen buigen in een algemene ledenvergadering, waarin dit voorstel door [eiser] aan de vergadering is voorgelegd. De bestuurders van de VvE voeren in dit geding verweer vanuit hun visie, maar of van de VvE kan worden verlangd dat wordt meegewerkt aan de door [eiser] nu voorgestelde oplossing kan pas worden beoordeeld als alle andere eigenaren hun mening hierover hebben kunnen geven en de voor- en nadelen hiervan hebben kunnen afwegen en door de vergadering een beslissing hierover is genomen. Dat traject moet naar het oordeel van de voorzieningenrechter eerst worden gevolgd. Als daaruit voortvloeit dat zonder gegronde reden medewerking wordt geweigerd aan het voorstel van [eiser] , dan zou een rechterlijke procedure gevoerd kunnen worden om medewerking af te dwingen. De voorzieningenrechter ziet wel het belang van [eiser] bij een oplossing voor zijn probleem, maar acht dit niet zodanig spoedeisend dat het hiervoor beschreven traject niet eerst gevolgd kan worden. De voorzieningenrechter kan in deze procedure niet vooruitlopen op de uitkomst van dit traject en ziet dan ook onvoldoende grond om in dit kort geding de gevorderde voorziening te treffen, ook al is daarbij in de visie van [eiser] sprake van een tijdelijke voorziening.
1.7.
[eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Onder de proceskosten vallen ook de nakosten die in dit geval afzonderlijk zijn gevorderd. De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173,--). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90,--) en de explootkosten van betekening toegekend.
De proceskosten en de nakosten dienen te worden betaald binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis. Bij gebreke van tijdige betaling is [eiser] de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten verschuldigd.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
2.1.
wijst het gevorderde af;
2.2.
veroordeelt [eiser] om binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis de kosten van dit geding aan de VvE te betalen, tot dusverre aan de zijde van de VvE begroot op € 1.755,-, waarvan € 1.079,- aan salaris advocaat en € 676,- aan griffierecht, te vermeerderen met nakosten zoals vermeld in 1.7, en bepaalt dat [eiser] bij gebreke van tijdige betaling de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten verschuldigd is, op de wijze zoals onder 1.7 vermeld;
2.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
2.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
WAARVAN PROCES-VERBAAL,
…………………………………. …………………………………
mr. T.A.E. Scheers mr. H.J. Vetter