ECLI:NL:RBDHA:2023:10610

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
NL23.12357
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige verklaringen over lidmaatschap van een organisatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, heeft een asielaanvraag ingediend die op 21 april 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 7 juli 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. Eiser stelde dat hij problemen had met de Nigeriaanse overheid vanwege zijn lidmaatschap van een bepaalde organisatie, maar de rechtbank oordeelde dat zijn verklaringen ongeloofwaardig waren. Eiser had geen documenten overgelegd ter onderbouwing van zijn lidmaatschap en zijn verklaringen waren tegenstrijdig. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond was. Eiser had niet kunnen aantonen dat hij daadwerkelijk lid was van de organisatie en zijn verklaringen over de problemen die hij zou hebben ondervonden waren niet geloofwaardig. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.12357
V-nummer: [V-nr.]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

(gemachtigde: mr. R. Bom),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. F.M. van den Assen).

Procesverloop

Bij besluit van 21 april 2023 (bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 7 juli 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen K. Okorie. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Nigeriaanse nationaliteit te hebben. Hij heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij vanwege zijn lidmaatschap van [naam organisatie] in Nigeria problemen met de Nigeriaanse overheid heeft gekregen.
2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als ongegrond. Verweerder acht eisers gestelde lidmaatschap van [naam organisatie] en de in verband daarmee gestelde problemen ongeloofwaardig. Daartoe is in het bestreden besluit overwogen dat eiser geen documenten heeft overgelegd om zijn relaas te onderbouwen. Ook heeft eiser tegenstrijdig verklaard over het bezit van een lidmaatschapskaart. Verder heeft eiser algemeen en summier verklaard over zijn beweegredenen om lid te worden van [naam organisatie] . Verweerder vindt het opmerkelijk dat eiser in Nederland niet is aangesloten bij [naam organisatie] Nederland en geen activiteiten heeft ontplooid. Eiser heeft ongeloofwaardige verklaringen afgelegd over de militairen die het woonverblijf van eiser binnendrongen en over de hierop volgende ontsnapping van eiser. Hij kan onvoldoende vertellen waarom de Nigeriaanse autoriteiten hem nog steeds zoeken. Ten slotte heeft eiser tegenstrijdig verklaard over zijn vertrek uit Nigeria.
3. Eiser heeft in beroep allereerst verwezen naar zijn zienswijze. Hij meent dat zijn relaas ten onrechte niet wordt geloofd. Hij heeft verklaard dat hij afkomstig is uit een zeer politiek nest en hij heeft dat onderbouwd bij de aanvullingen en correcties van 18 april 2023. Verweerder heeft niet nader beoordeeld dat eiser hand- en spandiensten heeft verricht voor de [naam organisatie] en dat zijn vader een belangrijk man was binnen de beweging. Eiser heeft duidelijk verklaard over de [naam organisatie] en de door hem verrichte activiteiten. Ook heeft hij duidelijk verklaard over de financiële onmogelijkheid om in Nederland vergaderingen bij te wonen. Eiser heeft kunnen ontsnappen aan de militairen omdat het hen niet bekend was dat eiser zich ophield in een vertrek achterin de compound waar hij woonde. Verweerder heeft niet meegenomen dat eisers vader bij de inval is omgekomen. Eiser heeft duidelijk verklaard over zijn vertrek uit Nigeria. Verweerder heeft het relaas van eiser onvoldoende afgezet tegen wat algemeen bekend is over [naam organisatie] en haar leden.
4. De rechtbank stelt met verweerder vast dat eiser zijn relaas niet met documenten heeft onderbouwd. Eiser heeft geen lidmaatschapskaart overgelegd en geen bewijzen van het overlijden van zijn vader of het afbranden van zijn woning na de inval van de militairen. Hoewel eiser heeft verklaard dat hij sinds vorig jaar geen familie meer heeft in Nigeria, is niet gebleken dat eiser voordien daadwerkelijk heeft geprobeerd om alsnog aan documenten te komen. Ook is feitelijk juist dat eiser uiteenlopende verklaringen heeft afgelegd over het bewijs van zijn lidmaatschap van [naam organisatie] . Zo heeft hij tijdens het aanmeldgehoor van 3 augustus 2021 verklaard dat hij aan zijn moeder ging vragen om zijn identiteitskaart van [naam organisatie] toe te sturen, terwijl eiser tijdens het nader gehoor van 17 april 2023 heeft verklaard dat al zijn documenten zijn vernietigd bij het afbranden van zijn woning in Nigeria.
5. Verder heeft verweerder terecht overwogen dat de verklaringen van eiser over zijn beweegredenen voor het lidmaatschap van [naam organisatie] algemeen zijn gebleven ondanks dat hierover is doorgevraagd. Zo is eiser er niet in geslaagd om toe te lichten waarom zijn vader hem zou hebben overtuigd van het belang van [naam organisatie] en waarom het voor hem als Ibo persoonlijk belangrijk is om vanwege zijn afkomst een bijdrage te leveren aan het vrijheidsstreven van [naam organisatie] . Verweerder stelt niet ten onrechte dat dit ook gevolgen heeft voor de geloofwaardigheid van de gestelde activiteiten die eiser voor [naam organisatie] zou hebben verricht. Eiser heeft niet nader kunnen uitleggen waarom het belangrijk is dat hij die activiteiten verricht. Daarbij heeft verweerder het opmerkelijk kunnen vinden dat eiser - die stelt overtuigd betrokken te zijn bij de doelen van [naam organisatie] - in Nederland geen verdere betrokkenheid toont, terwijl hij daarvoor geen plausibele verklaring kan geven.
6. Verweerder heeft gemotiveerd en niet ten onrechte overwogen dat eisers verklaringen over de inval door militairen en de ontsnapping ongeloofwaardig zijn. Verweerder merkt terecht op dat uit eisers verklaringen volgt dat hij de soldaten niet heeft gezien en stelt niet ten onrechte dat eisers verklaringen overigens te beperkt zijn en te zeer gebaseerd op een vermoeden om voetstoots aan te nemen. Verweerder heeft het voorts opmerkelijk kunnen vinden dat een groep van circa vijf soldaten uitdrukkelijk op zoek was naar eiser maar de woning niet verder heeft doorzocht terwijl eiser naar eigen zeggen nog 15 tot 20 minuten heeft gewacht met vluchten. Nu de gestelde inval door de militairen door verweerder niet wordt geloofd, heeft verweerder – bij gebrek aan enig verder bewijs – evenmin geloof hoeven hechten aan eisers verklaringen over de dood van zijn vader en de brand in de woning.
Daarnaast heeft verweerder nog terecht opgemerkt dat eiser weinig kan vertellen op de vraag waarom de Nigeriaanse autoriteiten nu nog altijd naar hem op zoek zouden zijn.
7. Tot slot volgt uit de verslagen van het aanmeldgehoor van 5 december 2020, het aanmeldgehoor van 3 augustus 2021 en het nader gehoor van 17 april 2023 dat eiser evident tegenstrijdig heeft verklaard over het moment van vertrek (2016 dan wel 2014) en de wijze van vertrek uit Nigeria (wel of niet na een verblijf van drie maanden in Lagos).
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder op basis van zijn integrale beoordeling van het relaas van eiser niet ten onrechte geconcludeerd dat eisers verklaringen over het lidmaatschap van [naam organisatie] en de in verband hiermee gestelde problemen ongeloofwaardig zijn.
9. De aanvraag is dan ook terecht afgewezen als ongegrond.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.