Op 19 juli 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De eiser, vertegenwoordigd door mr. W.G. Fischer, had beroep ingesteld tegen een besluit van het COA, waarin € 12,95 per week werd ingehouden op zijn weekgeld gedurende vier weken. Dit besluit was genomen naar aanleiding van video-opnamen die de eiser had gemaakt van een medebewoner, welke hij naar zijn vriendin had gestuurd. De rechtbank heeft op 12 juli 2023 een zitting gehouden waar zowel de eiser als zijn gemachtigde aanwezig waren, terwijl het COA werd vertegenwoordigd door mr. M.P. Gaal-de Groot.
De rechtbank overwoog dat de privacy op COA-opvanglocaties van groot belang is en dat het zonder toestemming maken van opnamen van medebewoners, medewerkers of bezoekers verboden is. De eiser had aangevoerd dat hij toestemming had om te filmen en dat de opname noodzakelijk was om hulp te bieden aan de medebewoner. De rechtbank concludeerde echter dat er geen bewijs was voor deze toestemming en dat de privacyregels waren geschonden. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van het COA passend was en dat er geen grond was voor vernietiging van het besluit.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. A.W. Wassink, met R. de Boer als griffier, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.