ECLI:NL:RBDHA:2023:10547

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 juli 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
NL23.18774
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van veilig land van herkomst Marokko

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 18 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser, geboren in Marokko, had op 23 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Eiser stelde dat hij in Marokko niet kan studeren of werken en geen toekomst heeft, en voerde aan dat Marokko voor hem geen veilig land van herkomst is.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Marokko als veilig land van herkomst geldt. De rechtbank wijst erop dat eiser niet heeft aangetoond dat hij in zijn individuele geval niet kan terugkeren naar Marokko zonder dat zijn verdragsrechtelijke verplichtingen worden geschonden. De staatssecretaris heeft de afwijzing voldoende gemotiveerd en eiser heeft geen concrete aanwijzingen gegeven die erop wijzen dat Marokko hem geen bescherming kan bieden. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk ongegrond is en verklaart het beroep ongegrond, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.18774

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2023 in de zaak tussen

[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. G.W. Mettendaf),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 23 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Op 28 juni 2023 heeft eiser beroep ingesteld tegen dit besluit.

Overwegingen

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het als kennelijk ongegrond afwijzen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
2. Omdat het beroep kennelijk ongegrond is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk ongegrond is.
3. Eiser is geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , Marokko en heeft de Marokkaanse nationaliteit. Hij heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij in Marokko niet kan studeren en werken en daar geen vrienden heeft waardoor er daar voor hem geen toekomst is. Eiser is in 2012 vanuit Marokko naar Oekraïne vertrokken om daar te studeren. Eiser is in 2016 weer naar Marokko teruggekeerd om te werken en te sparen voor zijn studie. In 2020 of 2021 is eiser weer naar Oekraïne gegaan om zijn studie voort te zetten. Drie dagen na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne is hij vetrokken uit zijn verblijfplaats in Oekraïne en naar Nederland gegaan.
4. De staatssecretaris heeft de aanvraag van eiser afgewezen. De staatssecretaris heeft de gestelde nationaliteit, identiteit en herkomst van eiser geloofwaardig geacht. Eiser is afkomstig uit een veilig land van herkomst en heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit land richting hem zijn verdragsrechtelijke verplichtingen niet nakomt. Omdat Marokko geldt als veilig land van herkomst, bestaat het algemeen rechtsvermoeden dat voor eiser in Marokko geen vervolging dreigt en dat er geen reëel risico op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM bestaat, aldus de staatssecretaris.
5. Eiser is het hiermee niet eens en voert aan dat Marokko voor hem persoonlijk geen veilig land van herkomst is. Eiser is van mening dat Marokko in zijn geval de verdragsrechtelijke verplichtingen niet na zal komen. Eiser voert aan dat de economische situatie zo slecht is in Marokko dat er bij terugkeer naar Marokko sprake zal zijn van zodanige deprivatie van zijn primaire levensbehoeften dat het onmogelijk is voor hem om daar te leven. Hij kan daar niet studeren en werken en heeft geen toegang tot gezondheidszorg. Hij zal in een onmenselijke situatie komen te verkeren die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. Volgens eiser dient artikel 3 van het EVRM zo ruim uitgelegd te worden dat het artikel een verbod op refoulement inhoudt dat bescherming moet bieden tegen het ontberen van primaire levensbehoeften zoals voedsel, kleding en huisvesting dat het gevolg is van uitzetting. Eiser voert verder aan dat er in Marokko sociale voorzieningen ontbreken en men geen huis kan kopen of huren zonder geld. Hierdoor zal hij door uitzetting in een situatie komen te verkeren die in strijd is met artikel 8 van het EVRM.
6. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris eisers asielaanvraag terecht heeft afgewezen als kennelijk ongegrond om de reden dat Marokko als veilig land van herkomst heeft te gelden. De overweging van de staatssecretaris dat Marokko in zijn algemeenheid als veilig land van herkomst wordt beschouwd [1] , heeft eiser niet bestreden. Het voorgaande betekent dat er een algemeen rechtsvermoeden bestaat dat vreemdelingen uit Marokko geen bescherming nodig hebben. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dat in zijn individuele geval niet geldt. [2] Daarin is eiser naar het oordeel van de rechtbank niet geslaagd. De staatssecretaris heeft zich namelijk niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser met zijn verklaringen niet aannemelijk heeft gemaakt dat Marokko ten aanzien van hem de verdragsverplichtingen niet nakomt en voor hem daarom niet als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. Dit heeft de staatssecretaris voldoende deugdelijk gemotiveerd. Uit eisers verklaringen blijken geen concrete aanwijzingen die erop duiden dat Marokko de verdragsverplichtingen jegens hem niet nakomt. Zo verklaart eiser in het verleden in Marokko scholing te hebben gevolgd, te hebben gewerkt en geld te hebben gespaard. Ook volgt uit die verklaringen niet dat eiser niet of niet met succes de hulp en/of bescherming van de Marokkaanse autoriteiten kan inroepen, als dat nodig zou zijn. De rechtbank ziet om die reden geen aanleiding om aan te nemen dat eiser in een situatie terecht zou komen die in strijd is met artikel 3 en 8 van het EVRM, voor zover die artikelen al zo breed moeten worden uitgelegd als eiser betoogt. De beroepsgrond slaagt niet.
7. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

8. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.J. Post, rechter, in aanwezigheid van mr. T.J. Engberts, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.De staatssecretaris heeft Marokko aangewezen als veilig land van herkomst. Deze aanwijzing is laatstelijk op 8 juni 2023 gehandhaafd na een herbeoordelingsonderzoek op basis van algemene landeninformatie. Zie Kamerstukken II 2022 - 2023, 19637, nr. 3119.
2.Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 14 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2474.