ECLI:NL:RBDHA:2023:10521
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In de zaak tussen een verzoekster en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2023 uitspraak gedaan. De verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde mr. H.R. Nobel, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris op 24 mei 2023 niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door de verzoekster. Tevens verzocht zij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting vond plaats op 30 juni 2023 in Groningen, waar de verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.15956, behandeld. In de uitspraak van die zaak heeft de rechtbank op dezelfde dag een beslissing genomen op het beroep van de verzoekster, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Drenten-Boon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.