Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 maart 2022, met producties 1 t/m 22;
- de conclusie van antwoord van 17 augustus 2022, met producties 1 t/m 12;
- het tussenvonnis van 23 november 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte wijziging van eis, met producties 23 t/m 28;
- de met een B3-formulier door [bedrijf] ingediende producties 13 en 14;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 27 maart 2023.
2.Het wettelijk kader en het systeem van incasso van thuiskopievergoeding
3.De feiten
Uw boekhouder heeft namens [bedrijf] op 18 december 2019 opgave gedaan van 13.940 geïmporteerde telefoons in de periode 8 mei - 5 december 2019. Op 23 december 2019 hebben wij u daarvoor een factuur ter hoogte van € 65.518,- gestuurd. Deze wordt gecrediteerd wegens een administratieve fout. Bijgaand treft u aan de voorschotfactuur op basis van de door u opgegeven importen.
”
- Scans/foto's aan te leveren van de PostNL track&trace bonnetjes waarop zowel het track & trace nummer als de postcode staat vermeld.(…).
”
Eergister hebben wij elkaar telefonisch gesproken. In dit gesprek heeft u aangegeven dat de nieuwe boekhouder van [bedrijf] (…) nog 3 à 4 maanden nodig heeft om volledig en juist opgave te doen van de door [bedrijf] vanaf 7 november 2017 tot en met heden geïmporteerde en/of gefabriceerde vergoedingsplichtige voorwerpen. Met name het bijeen zoeken van de bankafschriften waarmee [bedrijf] de exporten van haar afnemers wil aantonen zou veel tijd in beslag nemen.
”
€ 70.000,-- een enorm hoog bedrag is en zij van boekhouder is gewisseld. Thuiskopie heeft hierna bij e-mailbericht van 12 juli 2021 aan [bedrijf] – onder meer – het volgende laten weten:
Dank voor het doorsturen van de betalingsbewijzen.
“Ten overvloede merk ik op dat de verplichting tot het betalen van thuiskopievergoeding aan Stichting Thuiskopie (…) ontstaat (…) voor de importeur op het moment van invoer en vanaf dat moment is derhalve ook rente verschuldigd. (…) Mocht [bedrijf] niet tot opgave en betaling van de facturen overgaan, dan zal Stichting de Thuiskopie genoodzaakt zijn ook deze betaling van rente te vorderen. Daarnaast zal Stichting de Thuiskopie in dat geval de buitengerechtelijke incassokosten vorderen, ter hoogte van € 1.512,08. (…)”
- een factuur voor 2017 ten bedrage van € 234,50;
- een factuur voor 2018 ten bedrage van € 5.108,90;
- een factuur voor 2019 ten bedrage van € 160.138,40 en
- een factuur voor 2020 ten bedrage van € 99.553,50.
265.035,30. Aangezien u heeft aangegeven dat [bedrijf] het bedrag op dit moment niet op haar rekening heeft, is Stichting de Thuiskopie bereid een betalingsregeling te treffen. Zij biedt [bedrijf] de mogelijkheid het bedrag in 12 maandelijkse termijnen af te betalen, met ingang van januari 2022. (…)”
“
(…) U vraagt om een aantal maanden uitstel. Stichting de Thuiskopie kan hier niet mee akkoord gaan, maar is bereid om aan u ten laatste maal twee uitstel te verlenen. Daar verbindt Stichting de Thuiskopie de voorwaarde aan dat u binnen een week de thuiskopievergoeding over 2017 en 2018 moet voldoen. Dit leidt tot de onderstaande slotsom:
- een factuur voor 2017 ten bedrage van € 332,50;
- een factuur voor 2019 ten bedrage van € 58.792,20;
- een factuur voor 2020 ten bedrage van € 26.076,90 en
- een factuur voor 2021 ten bedrage van € 1.441,42.
4.Het geschil
5.De beoordeling
- door de vergoedingsplichtige voorwerpen alleen zelf, via erkende vervoerders als UPS, Fedex en PostNL, over de grens te laten brengen;
- door, als zij de voorwerpen zelf, per post, naar het buitenland stuurt, Thuiskopie tijdig in het bezit te stellen van de bij die verzending behorende track & trace codes (om te voorkomen dat deze codes, die een jaar ‘geldig’ zijn, verlopen) en bijbehorende bonnen;
- door aan te tonen dat voor de (door een afnemer van [bedrijf]) geëxporteerde voorwerpen bij invoer in een derde land aan de daar aangewezen rechtspersoon een thuiskopievergoeding is betaald.
6.De beslissing
€ 100.000,--, zo mogelijk onder medezending van afschriften van bescheiden (waaronder begrepen in- en verkoopfacturen), waarvan kennisneming noodzakelijk is om vast te stellen of de thuiskopievergoeding door de fabrikant of importeur van de desbetreffende voorwerpen is betaald dan wel wie de betalingsplichtige fabrikant of importeur van de betreffende voorwerpen is;