ECLI:NL:RBDHA:2023:10410
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag na inwilliging
In deze zaak heeft eiser, geboren op [geboortedatum] en van Syrische nationaliteit, op 12 juli 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 2 december 2021 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 31 augustus 2022 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. De rechtbank heeft eiser op 1 september 2022 verzocht om binnen twee weken te laten weten of deze inwilligende beslissing aanleiding gaf om het beroep in te trekken. Eiser heeft hierop geen reactie gegeven.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. Aangezien verweerder inmiddels een besluit op de asielaanvraag heeft genomen, heeft eiser geen belang meer bij zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft echter recht op een proceskostenvergoeding, omdat niet in geschil is dat verweerder niet tijdig op de asielaanvraag heeft beslist. Eiser heeft een geldige ingebrekestelling verstuurd en verweerder heeft pas na het instellen van het beroep een besluit genomen. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde van € 837,- en een wegingsfactor van 0,5. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.