ECLI:NL:RBDHA:2023:10410

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
17 juli 2023
Zaaknummer
NL22.13285
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag na inwilliging

In deze zaak heeft eiser, geboren op [geboortedatum] en van Syrische nationaliteit, op 12 juli 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 2 december 2021 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 31 augustus 2022 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. De rechtbank heeft eiser op 1 september 2022 verzocht om binnen twee weken te laten weten of deze inwilligende beslissing aanleiding gaf om het beroep in te trekken. Eiser heeft hierop geen reactie gegeven.

De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. Aangezien verweerder inmiddels een besluit op de asielaanvraag heeft genomen, heeft eiser geen belang meer bij zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard.

Eiser heeft echter recht op een proceskostenvergoeding, omdat niet in geschil is dat verweerder niet tijdig op de asielaanvraag heeft beslist. Eiser heeft een geldige ingebrekestelling verstuurd en verweerder heeft pas na het instellen van het beroep een besluit genomen. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde van € 837,- en een wegingsfactor van 0,5. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.13285

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

geboren op [geboortedatum]
van Syrische nationaliteit
v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 12 juli 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 2 december 2021.
Bij besluit van 31 augustus 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser ingewilligd.
De rechtbank heeft bij bericht van 1 september 2022 eiser verzocht binnen twee weken de rechtbank te informeren of de inwilligende beslissing aanleiding is om het beroep in te trekken. Eiser heeft desgevraagd geen reactie gegeven op het alsnog genomen besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in deze zaak niet nodig is.
2. Nu verweerder reeds een besluit op de asielaanvraag van eiser heeft genomen, heeft eiser geen belang meer bij zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank zal daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser krijgt wel een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Niet in geschil is namelijk dat verweerder niet tijdig op de asielaanvraag van eiser heeft beslist, dat eiser vervolgens een geldige ingebrekestelling heeft verstuurd en dat verweerder pas na het instellen van het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit een besluit heeft genomen.
Verweerder moet de proceskostenvergoeding betalen. Toegekend wordt € 418,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde van € 837,-, bij een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
-verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
-veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van A.J. Kinds, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar gemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.