Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Procedure
- de dagvaarding d.d. 17 januari 2023 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de brief van mr. Teunissen van 17 mei 2023 met producties.
Rechtbank Den Haag
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap [eiser] B.V. en Plus Vastgoed B.V. [eiser] vorderde onder andere gedeeltelijke ontbinding van de huurovereenkomst en een verklaring voor recht dat de huurprijsverhoging van 14,5% per 26 januari 2023 onaanvaardbaar was op grond van onvoorziene omstandigheden. De huurovereenkomst, die van toepassing was, bevatte een indexeringsbepaling die de huurprijs jaarlijks aanpaste op basis van de consumentenprijsindex (CPI). [eiser] stelde dat de huurprijsstijging het gevolg was van de oorlog in Oekraïne en de stijgende energieprijzen, omstandigheden die niet bij het aangaan van de overeenkomst waren voorzien.
De kantonrechter oordeelde dat de partijen bij het sluiten van de huurovereenkomst rekening hadden gehouden met de mogelijkheid van huurprijsstijgingen door de indexeringsbepaling. De rechter concludeerde dat de stijging van de energieprijzen, hoewel deze fors was, geen onvoorziene omstandigheid vormde die wijziging van de indexeringsbepaling rechtvaardigde. De kantonrechter wees de vorderingen van [eiser] af en oordeelde dat de huurprijsverhoging binnen de normale ondernemersrisico's van [eiser] viel. Tevens werd [eiser] veroordeeld in de proceskosten van Plus Vastgoed.
De uitspraak benadrukt het belang van contractuele afspraken en de reikwijdte van onvoorziene omstandigheden in het huurrecht. De rechter bevestigde dat partijen zich aan hun contractuele verplichtingen moeten houden, ook in het licht van externe economische ontwikkelingen.