ECLI:NL:RBDHA:2023:10384
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Algerijnse eiser wegens gebrek aan geloofwaardigheid en zorgvuldigheid in de procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die van Algerijnse nationaliteit is, heeft aangevoerd dat hij niet veilig is in Algerije vanwege bedreigingen door zijn vader en de gevaarlijke omgeving waarin hij leefde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag op 23 maart 2023 door de Staatssecretaris is afgewezen als ongegrond, omdat de identiteit, nationaliteit en herkomst van de eiser geloofwaardig werden geacht, maar de problemen met zijn vader en diens handlangers niet. De rechtbank heeft de zitting op 5 juni 2023 behandeld, waarbij de eiser niet persoonlijk aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de eiser geen recente medische stukken heeft overgelegd die zijn psychische gesteldheid onderbouwen, en dat hij tijdens het gehoor in staat was om zijn verhaal te doen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Staatssecretaris niet onzorgvuldig heeft gehandeld en dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht was. De rechtbank heeft de inconsistenties in de verklaringen van de eiser als significant beoordeeld en heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de verklaringen van de eiser over de problemen met zijn vader niet geloofwaardig zijn. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.