ECLI:NL:RBDHA:2023:10364

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
17 juli 2023
Zaaknummer
NL23.13221
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser op basis van homoseksualiteit en politieke activiteiten

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2023, wordt het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. De eiser, die homoseksueel is en betrokken is bij de politieke bewegingen MASSOB en IPOB, heeft op 18 november 2021 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 25 april 2023 afgewezen, met de motivering dat de aanvraag ongegrond is. De rechtbank heeft op 14 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond is. De eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn homoseksualiteit en zijn politieke activiteiten. De staatssecretaris heeft de verklaringen van de eiser als ongeloofwaardig beoordeeld, onder andere omdat hij geen documenten heeft overgelegd die zijn lidmaatschap van MASSOB en IPOB kunnen onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico loopt op vervolging vanwege zijn seksuele geaardheid of politieke overtuiging.

De rechtbank wijst het beroep van de eiser af en concludeert dat hij geen recht heeft op een verblijfsvergunning asiel. De uitspraak benadrukt het belang van consistente en onderbouwde verklaringen in asielprocedures, vooral wanneer het gaat om gevoelige onderwerpen zoals seksuele geaardheid en politieke betrokkenheid.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.13221

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [V-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. S.R. Nohar),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. Y. ten Cate).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] . Hij heeft op 18 november 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 25 april 2023 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 14 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, mr. A.S. Sewman als vervanger van de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht heeft afgewezen als ongegrond. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris terecht en op goede gronden het bestreden besluit genomen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag.
4.1.
Hij is homoseksueel. Hij is in 2010 zijn dorp ontvlucht, nadat zijn partner in elkaar werd geslagen. Hij vreest bij terugkeer naar Nigeria als homoseksueel geen vrij leven te kunnen leiden.
4.2.
Voorts is eiser voor een onafhankelijk Biafra en is hij sinds 2005 lid van MASSOB en is hij sinds hij in Europa is ook politiek actief voor IPOB. Hij vreest bij terugkeer naar Nigeria te worden gearresteerd vanwege zijn inzet voor een onafhankelijk Biafra en hij vreest voor mensenhandelaren.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Seksuele geaardheid;
3. Politieke activiteiten voor MASSOB en IPOB en daaruit voortvloeiende
problemen;
4. Problemen met het criminele netwerk.
5.1.
De staatssecretaris hecht in het bestreden besluit geen geloof aan de gestelde homoseksuele geaardheid van eiser. De staatssecretaris heeft eisers verklaringen beoordeeld aan de hand van Werkinstructie 2019/17 Horen en beslissen in zaken waarin lhbti-gerichtheid als asielmotief is aangevoerd. Eiser heeft duidelijker en persoonlijker verklaard over zijn activiteiten in Nederland, dan in het begin van zijn asielprocedure (de rechtbank begrijpt dat bedoeld wordt over zijn activiteiten in de periode daarvoor), aldus de staatssecretaris. Deze verklaringen en de brief van het COC ondersteunen weliswaar zijn relaas, maar wegen echter niet op tegen het feit dat zijn verklaringen bij de andere thema’s veelal oppervlakkig en algemeen blijven. Eiser verklaart daarnaast wisselend en blijft ook na meermaals doorvragen onduidelijk en vaag. Zo heeft hij oppervlakkig en algemeen verklaard over zijn realisatie van het feit dat hij homoseksueel is. Daarbij heeft eiser onduidelijk en onpersoonlijk verklaard over het feit dat hij - nadat hij zich realiseerde dat hij homoseksueel was - naar de kerk ging om te kijken of God hem kon veranderen. Eiser heeft ook wisselend verklaard over de vraag of de dorpelingen op de hoogte waren van zijn geaardheid en over hoe hierop werd gereageerd. Eiser heeft ook onduidelijk en inconsistent verklaard over de gebeurtenissen nadat zijn vader achter zijn geaardheid kwam en hij heeft ook oppervlakkig verklaard over zijn relatie met zijn vader nadat zijn familie op de hoogte was geraakt van zijn geaardheid. Ook zijn verklaringen over zijn relatie met zijn partner en zijn contact met mannen zijn oppervlakkig. Verder heeft hij wisselend verklaard over zijn aanwezigheid toen zijn partner werd gepakt. Van eiser mag worden dat hij over voormelde onderwerpen meer kan verklaren dan hij heeft gedaan, temeer nu hij uit een land komt waarin zijn gestelde geaardheid strafbaar is. Uit het referentiekader van eiser blijkt niet dat hij hier niet persoonlijker en consistenter over zou kunnen verklaren. Eiser heeft immers een redelijk aantal jaren opleiding genoten en heeft verklaard politiek actief te zijn geweest. Daarnaast kan hij, wanneer hem over onderwerpen als Biafra wordt gevraagd, wel uitgebreid en duidelijk verklaren. Hierbij geeft hij eveneens zijn persoonlijke mening. Derhalve blijkt niet dat eiser niet in staat is om meer persoonlijk te verklaren of dat hij de vraagstelling van de gehoormedewerker niet heeft kunnen begrijpen.
5.2.
Ook acht de staatssecretaris de door eiser gestelde politieke activiteiten voor MASSOB (Movement for the Actualization of the Sovereign State of Biafra) en IPOB (Indigenous People of Biafra) en daaruit voortvloeiende problemen niet geloofwaardig. Eiser heeft geen verschoonbare reden gegeven waarom hij zijn lidmaatschap van MASSOB en/of IPOB en zijn strijd voor een onafhankelijk Biafra niet met documenten, of met een begin van bewijs in de vorm van bijvoorbeeld screenshots, correspondentie of mailcontact, kan onderbouwen. Dat eiser niets van documenten heeft overgelegd die zijn verklaringen kunnen onderbouwen, ondanks dat het belang van documenten aan hem is medegedeeld en ondanks de lange tijd die hij al in Nederland is, doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van zijn relaas. Daarnaast heeft eiser wisselend verklaard over hoe hij met MASSOB in aanraking is gekomen, heeft hij vaag en summier verklaard over zijn activiteiten voor MASSOB, heeft hij summier en oppervlakkig verklaard over het gedachtegoed, de doelen en de wensen van MASSOB en over waarom hij door zijn lidmaatschap wordt gezocht.
Voorts volgt de staatssecretaris eiser weliswaar in zijn standpunt dat hij veel belang hecht aan de zelfstandigheid van Biafra, maar de staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een “fundamentele politieke overtuiging” heeft. Nu zijn lidmaatschap van MASSOB ongeloofwaardig wordt geacht, worden de door eiser gestelde en daaruit voortvloeiende activiteiten ook ongeloofwaardig geacht. Voorts heeft eiser geen goede verklaring gegeven voor het feit dat hij in Nederland niet politiek actief is, op het leveren van een financiële bijdrage en het praten over een onafhankelijk Biafra met anderen, na. Verder is niet gebleken dat hij niet in de mogelijkheid is geweest om bijvoorbeeld screenshots van zijn posts over Biafra te overleggen. Ook blijkt niet waarom eiser nu geen sociale media zou kunnen gebruiken voor het delen van informatie over Biafra en ook niet waarom hij geen inspanning heeft geleverd om contact op te nemen met IPOB om zijn relaas te onderbouwen. Gelet op het voorgaande kan van eiser bij terugkeer terughoudendheid in zijn politieke overtuiging worden verwacht. Hij kan niet worden aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag.
5.3.
Ten slotte acht de staatssecretaris de gestelde problemen met het netwerk van mensensmokkelaars wel geloofwaardig, maar bestaat er volgens de staatssecretaris bij terugkeer naar Nigeria voor eiser geen risico op ernstige schade door deze problemen. Eisers problemen met het netwerk zijn ontstaan in Libië, niet in Nigeria. Het blijft onduidelijk waarom het criminele netwerk niet kan achterhalen dat eiser in Nederland verblijft, maar daarentegen wel zijn terugkeer naar Nigeria zal achterhalen. Ook heeft eiser niet geconcretiseerd dat het netwerk naar hem op zoek is, hij heeft enkel het vermoeden. Verder heeft eiser verklaard dat er na de dood van zijn moeder niets meer is gebeurd en dat hij geen problemen meer heeft ondervonden van het netwerk.
5.4.
Gelet op het voorgaande concludeert de staatssecretaris dat de asielaanvraag ongegrond is.
De beroepsgronden
6. Eiser stelt dat het bestreden besluit in strijd is met het zorgvuldigheids- en het motiveringsbeginsel.
6.1.
De staatssecretaris acht ten onrechte zijn gestelde homoseksuele geaardheid ongeloofwaardig. Hij heeft zijn authentieke verhaal verteld. Hij vindt het moeilijk om over zijn gevoelens en gedachten te verklaren. In zijn familie en zijn omgeving was het ook niet gewoon om over seksualiteit te praten. Hij weet niet wat de staatssecretaris van hem wil horen, maar hij heeft zijn best gedaan. Hij heeft verklaard in zijn eigen bewoordingen.
Hij merkt verder op dat het lang geleden is dat hij tot de ontdekking en acceptatie van zijn seksuele geaardheid is gekomen. Voorts merkt hij op dat hem niet kan worden aangerekend dat hij niet op alle punten even gedetailleerd heeft kunnen verklaren. Hij heeft meerdere redenen gehad waardoor hij zich niet goed heeft kunnen uitdrukken bij de contactambtenaar. Bij zijn gemachtigde voelde hij zich meer op zijn gemak. Vandaar dat hij uitgebreide correcties en aanvullingen heeft ingediend. De staatssecretaris heeft met de inhoud van deze correcties en aanvullingen onvoldoende rekening gehouden.
Voorts kan eiser als homoseksueel christen zijn, omdat hij tot de conclusie is gekomen dat God hem zo heeft gemaakt. Hij had aan God gevraagd om hem te veranderen en om hem niet te straffen. Aangezien eiser door God niet is veranderd en niet door God is gedood, is hij tot de conclusie gekomen dat God hem zo heeft gemaakt. Hij kwam tot de conclusie dat het mensen zijn die tegen homoseksualiteit zijn en niet God. Aanvankelijk ging hij naar de kerk, maar nu niet meer. Hij gelooft nog wel in God.
Verder merkt hij op dat de dorpelingen een groot vermoeden hadden dat eiser homoseksueel is, maar dat zij het niet zeker wisten. Zijn vader had bovendien aan de dorpelingen gezegd dat hij niet homoseksueel is. Zijn vader had ook een vrouw voor hem gevonden.
Voor zijn familie zou het ook bijzonder hard zijn als eiser homoseksueel zou zijn. Vandaar dat zijn vader overal ontkende dat eiser homoseksueel is. Hij heeft daarom een vrouw voor eiser geregeld. Eiser voelde zich buitengesloten door de gedragingen van zijn familie en van zijn vader.
De partner van eiser is in het land van herkomst gedood. Eiser had dit vernomen van één van zijn vrienden. Eiser heeft tijdens het gehoor verklaard over wat hij had gehoord over de dood van zijn partner.
De brief van het COC en de foto’s van zijn deelname aan een demonstratie voor de rechten van LHBT vormen een concrete aanwijzing dat eiser homoseksueel is. De staatssecretaris heeft deze stukken ten onrechte niet in de lijn van Werkinstructie 2019/17 bij de besluitvorming betrokken.
6.2.
Voorts vindt eiser dat hij zijn betrokkenheid bij MASSOB en IPOB aannemelijk heeft gemaakt. Hij heeft uitgebreid verklaard over de geschiedenis van Biafra, de leider en de onafhankelijkheid van Biafra. Hij was al geruime tijd lid van MASSOB. Eiser is in Nederland lid van IPOB. Hij doet mee aan vergaderingen via Zoom. IPOB wil eiser geen verklaring geven dat hij lid is en activiteiten verricht. Hij moet voor zo’n verklaring eerst
€ 400,- betalen en dat geld heeft hij niet. Eiser was op sociale media actief voor Biafra, de laatste keer in Zwitserland, maar hij heeft het Facebook account niet meer.
Er is bij hem sprake van een fundamentele politieke overtuiging. Nu de Nigeriaanse autoriteiten IPOB hebben bestempeld als een terroristische organisatie, zal eiser bij terugkeer worden gezien als een terrorist en een ernstig risico lopen.
6.3.
Ten slotte vindt eiser dat de staatssecretaris zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat hij bij terugkeer geen risico loopt vanwege problemen met het netwerk van mensensmokkelaars. Eiser moet nog een aanzienlijk bedrag betalen. Het netwerk weet alles van hem: wie hij is en waar hij vandaan komt. De Nigeriaanse autoriteiten kunnen hem niet beschermen. Dat volgt ook uit het Ambtsbericht over Nigeria.
Overwegingen van de rechtbank
Homoseksuele geaardheid
7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat geen geloof kan worden gehecht aan de door eiser gestelde homoseksuele geaardheid. Uit het bestreden besluit blijkt voldoende dat de staatssecretaris toepassing heeft gegeven aan Werkinstructie 2019/17. Gelet op deze Werkinstructie heeft de staatssecretaris bij zijn standpunt met name van belang kunnen achten dat eiser onvoldoende authentiek en persoonlijk heeft verteld over zijn geaardheid. De staatssecretaris heeft eiser mogen tegenwerpen dat hij, ondanks dat hij in de gelegenheid is gesteld uitgebreid te verklaren, onvoldoende diepgaand heeft verklaard hoe hij zijn homoseksuele geaardheid heeft ontdekt en wat dit met hem deed. Zo heeft de staatssecretaris de enkele beschrijving van eisers gevoelens met ‘rustig’ en ‘blij’ daartoe onvoldoende mogen achten. Dat het lastig is om over gevoelens en gedachten te praten en dat eisers gemachtigde, zoals hij ter zitting heeft aangegeven, zelf ook niet zou weten welke woorden hij had moeten gebruiken om de verklaringen meer diepgang te geven, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank niet anders. Uit de verslaglegging blijkt niet dat eiser zich niet op zijn gemak voelde tijdens het gehoor. Dat eiser aan de ene kant als verklaring voor het niet op alle punten even helder kunnen verklaren aangeeft dat het lang geleden is dat hij tot de ontdekking en acceptatie van zijn homoseksualiteit is gekomen en hij aan de andere kant in de correcties en aanvullingen op het gehoor na het gesprek met zijn gemachtigde wel aanvullende verklaringen kan geven, heeft de staatssecretaris ongerijmd kunnen vinden. De staatssecretaris heeft de aanvullende verklaringen van eiser in de correcties en aanvullingen op het gehoor niet bij zijn weging van eisers verklaringen hoeven te betrekken, nu niet valt in te zien waarom eiser die verklaringen niet in het gehoor heeft kunnen doen. Daarvoor is geen afdoende verklaring gegeven. De staatssecretaris heeft er bij zijn standpunt dat hij diepgang in eisers verklaringen mist op mogen wijzen dat eiser afkomstig is uit een land waar het gevaarlijk is voor homoseksuelen en dat dan van eiser mag worden verwacht dat hij meer kan verklaren wat de ontdekking van zijn gestelde homoseksualiteit met hem deed. De staatssecretaris heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser geen duidelijke verklaring heeft gegeven waarom hij na de ontdekking van zijn homoseksualiteit naar de kerk ging, terwijl hij niet gelovig was en wel wist hoe de kerk tegen homoseksualiteit aankeek. De ook in beroep gegeven toelichting van eiser geeft hier geen antwoord op. De staatssecretaris heeft zich daarom op het standpunt kunnen stellen dat het feit dat eiser over zo’n impactvolle situatie niet duidelijk en persoonlijk kan verklaren, afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van zijn relaas. Voorts heeft de staatssecretaris van belang kunnen achten dat eiser, ondanks dat aan hem veel vragen zijn gesteld en voorbeelden zijn genoemd, oppervlakkig is blijven verklaren over zijn relatie met zijn partner. Als voorbeeld heeft de staatssecretaris onder andere kunnen wijzen op eisers verklaringen: “Ik was tevreden met mijn gevoelens” en “het zijn gewoon mijn gevoelens”. Verder heeft de staatssecretaris eiser kunnen tegenwerpen dat hij enkel summier heeft verklaard over de reactie van zijn familie op zijn geaardheid en over wat dit met hem deed. De staatssecretaris heeft voor deze tegenwerpingen onder andere kunnen wijzen op eisers verklaring dat de reactie van zijn familie was dat zij het niet prettig vonden en op eisers antwoord op de vraag wat de boosheid van zijn vader met hem deed dat hij denkt dat zijn vader het leven niet begrijpt. Ook heeft de staatssecretaris eiser kunnen tegenwerpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard naar aanleiding van de vraag of de dorpelingen wisten dat hij homoseksueel is. Eisers verklaring dat de dorpelingen een groot vermoeden hadden dat eiser homoseksueel is, maar dat zij het niet zeker wisten, gaat niet in op de in de gehoren door eiser afgelegde tegenstrijdige verklaringen op dit punt. De staatssecretaris heeft het feit dat eiser wisselende verklaringen heeft afgelegd over het al dan niet erbij aanwezig zijn toen zijn partner werd opgepakt, aan eiser kunnen tegenwerpen. Gelet op het voorgaande heeft de staatssecretaris de verklaring van het COC en de overgelegde foto’s niet van doorslaggevende betekenis hoeven achten in het al dan niet geloofwaardig achten van eisers gestelde homoseksuele geaardheid. Voorts heeft de staatssecretaris eiser niet hoeven volgen in zijn stelling ter zitting dat hij het voordeel van de twijfel moet hebben en zijn homoseksualiteit aannemelijk moet worden geacht, waarbij eiser er op wijst dat de staatssecretaris twee andere elementen (identiteit, nationaliteit en herkomst en problemen met het criminele netwerk) wel geloofwaardig heeft geacht. De geloofwaardigheid van deze elementen zegt niets over de al dan niet geloofwaardigheid van de gestelde homoseksualiteit. Hetgeen eiser overigens heeft aangevoerd tegen zijn ongeloofwaardig geachte homoseksualiteit doet aan het voorgaande niet af.
Politieke activiteiten
8. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser zijn lidmaatschap van MASSOB en van IPOB en - in dat kader - zijn politieke activiteiten voor Biafra niet geloofwaardig heeft gemaakt.
De staatssecretaris heeft eiser terecht tegengeworpen dat hij geen verschoonbare verklaring heeft voor het niet overleggen van documenten waaruit zijn lidmaatschap van MASSOB en IPOB kan blijken. De staatssecretaris heeft het naar het oordeel van de rechtbank vreemd kunnen achten dat eiser niet aan documenten kan komen. Eiser stelt immers dat hij lid was van deze organisaties. Eiser heeft in het aanmeldgehoor verklaard dat hij in Nigeria een identificerend document van MASSOB had. Voorts heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij geen document van zijn lidmaatschap van IPOB uit Zwitserland kan krijgen. Dat hij hiervoor € 400,- moet betalen, heeft de staatssecretaris een vreemde verklaring mogen achten en is door eiser anders dan dat hij dat standpunt heeft ingenomen, geenszins onderbouwd, ook niet bijvoorbeeld door een verklaring van de organisatie. Ook heeft de staatssecretaris van eiser mogen verwachten dat hij door middel van schermprints van zijn social media zijn lidmaatschap, dan wel zijn betrokkenheid bij MASSOB en IPOB aannemelijk zou kunnen maken. Dat hij zijn telefoon is kwijtgeraakt en nu een andere telefoon heeft, heeft de staatssecretaris als verklaring onvoldoende kunnen achten, nu sociale media accounts niet aan een specifieke telefoon zijn gekoppeld. Dat eiser zijn Facebook account niet meer heeft, maakt nog niet dat de staatssecretaris het niet ongeloofwaardig heeft mogen achten dat eiser op geen enkele wijze zijn betrokkenheid bij MASSOB en/of IPOB met stukken kan onderbouwen.
Voorts heeft de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser ook met zijn verklaringen zijn lidmaatschap van MASSOB en IPOB niet aannemelijk heeft gemaakt. De staatssecretaris heeft eiser kunnen tegenwerpen dat hij wisselend heeft verklaard hoe en wanneer hij met MASSOB in aanraking is gekomen en dat hij summier heeft verklaard over het gedachtegoed van MASSOB en over zijn activiteiten voor MASSOB en de reden waarom hij door zijn lidmaatschap zou worden gezocht.
8.1.
Voorts heeft de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser, hoewel hij gevolgd kan worden in zijn stelling dat hij veel belang hecht aan de zelfstandigheid van Biafra, niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij politieke activiteiten heeft verricht die hem in de negatieve aandacht van de autoriteiten hebben kunnen brengen. Zijn gestelde lidmaatschap van en activiteiten voor MASSOB in Nigeria heeft de staatssecretaris niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Verder heeft de staatssecretaris er op kunnen wijzen dat uit eisers activiteiten in Nederland niet blijkt van een fundamentele politieke overtuiging die maakt dat bij terugkeer van hem geen terughoudende opstelling mag worden verwacht. Blijkens zijn verklaringen geeft eiser in Nederland alleen een financiële bijdrage en vertelt hij mensen dat Biafra onafhankelijk zal worden. Zijn lidmaatschap van IPOB heeft de staatssecretaris niet ten onrechte niet geloofwaardig geacht. Eisers stelling dat hij in Nederland via Zoom deelneemt aan vergaderingen van IPOB is niet verder onderbouwd en heeft de staatssecretaris daarom terecht niet tot een ander standpunt gebracht. De staatssecretaris heeft zich gelet op het voorgaande terecht op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van een fundamentele politieke overtuiging bij eiser. De staatssecretaris heeft daarom terecht geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij vanwege zijn politieke overtuiging als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag moet worden aangemerkt.
Problemen met het criminele netwerk
9. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico loopt op ernstige schade van de zijde van het netwerk van mensensmokkelaars dat hem naar Europa heeft gebracht. De staatssecretaris heeft hierbij terecht gewezen op de volgende feiten en omstandigheden. De problemen met dit netwerk zijn blijkens eisers verklaringen ontstaan in Libië en niet in Nigeria. Eiser heeft niet duidelijk weten te maken waarom het netwerk eiser niet kan opsporen in Nederland, maar wel in Nigeria. Bovendien heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat de mensensmokkelaars naar hem op zoek zijn, het is slechts een vermoeden van eiser. Ook heeft eiser verklaard dat er sinds de dood van zijn moeder niets meer is gebeurd. Eisers stelling dat het netwerk van mensensmokkelaars weet wie hij is en waar hij vandaan komt, heeft de staatssecretaris terecht onvoldoende gevonden om tot een ander standpunt te komen. De enkele verwijzing in dit verband naar hetgeen over mensensmokkelaars in het ambtsbericht is opgenomen, is daartoe onvoldoende.

Conclusie en gevolgen

10. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.J.C. ten Hoopen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.