ECLI:NL:RBDHA:2023:10307

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
14 juli 2023
Zaaknummer
NL23.16788
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens eerdere beslissing op beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een minderjarige met haar kinderen, had een asielaanvraag ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling was genomen. Dit gebeurde op basis van het besluit van 8 juni 2023, waarin werd gesteld dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 4 juli 2023 behandeld, maar beide partijen zijn niet verschenen. In de uitspraak van dezelfde dag, onder zaaknummer NL23.16787, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van verzoekster. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, wat de reden was voor de afwijzing van het verzoek. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. S. Westerhof, en is openbaar gemaakt op 13 juli 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.16788
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , V-nummer: [V-nummer 1] , verzoekster

[minderjarige 1], V-nummer: [V-nummer 2]
[minderjarige 2], V-nummer: [V-nummer 3] , en
[minderjarige 3], V-nummer: [V-nummer 4] (gemachtigde: mr. T.M. van der Wal),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: E. de Bonth).

Procesverloop

In het besluit van 8 juni 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster en haar kinderen niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.16787, op 4 juli 2023 op zitting behandeld. Partijen zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen.

Overwegingen

1. In de uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.16787, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
13 juli 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.