3.6.De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij in de periode van 25 november 2020 tot en met 20 oktober 2021 te 's-Gravenhage
meermalen telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 1] en [naam 2] en
eenandere rekeninghouder van de [bedrijf] , telkens heeft bewogen tot de afgifte van gegevens, te weten: de (inlog)gegevens van hun internetbankierenomgeving, door telkens:
- voornoemde personen via Whatsapp te contacten als potentiële koper (onder een valse naam) van door hen aangeboden goederen en
- als zogenaamde koper aangeven aan deze personen een nare ervaring te hebben gehad
met online aankopen en daarom te willen verifiëren of deze personen wel te vertrouwen
zijn, middels een verificatieverzoek en een betaallink van één cent en
- ( vervolgens) die personen in plaats van een echte link (betaalverzoek) een valse (phishing) link toe sturen waarbij die personen werden doorgeleid naar een ‘panel’/phishing website, te weten een pagina die afkomstig lijkt te zijn van de bank waarop de gegevens die toegang geven tot de internetbankierenomgeving behorend bij de bankrekeningen van die
personen dienen te worden ingevuld en door verdachte kunnen worden overgenomen;
hij in de periode van 25 november 2020 tot en met 20 oktober 2021 te ’s-Gravenhage meermalen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk in (een gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een server en/of een computersysteem bevattende de internetbankierenomgeving van de [bedrijf] gekoppeld aan de bankrekeningen van [naam 1] en/of [naam 2] en/of
eenandere rekeninghouder van de [bedrijf] is binnengedrongen met behulp van een valse sleutel, te weten door zonder toestemming gebruik te maken van de door oplichting verkregen inloggegevens van die rekeninghouders;
hij in de periode van 25 november 2020 tot en met 20 oktober 2021 te 's-Gravenhage meermalen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening één of meerdere geldbedragen heeft weggenomen, toebehorende aan [naam 1] en [naam 2] en
eenandere rekeninghouder van de [bedrijf] , waarbij verdachte zich de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door zich telkens toegang te verschaffen tot de internetbankierenomgeving van voornoemde personen, met gebruikmaking van aan deze personen toebehorende inloggegevens zonder dat verdachte gerechtigd
wastot het gebruik van deze inloggegevens;
hij in de periode van 25
november2020 tot en met 20 oktober 2021 te 's-Gravenhage telkens
een of meerdere geldbedragen heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij wist dat die
geldbedragenafkomstig waren uit eigen misdrijf;
hij in de periode van
25 november2020 tot en met
20 oktober2021 te 's-Gravenhage,
- een computerwachtwoord, toegangscode en/of daarmee vergelijkbaar gegeven,
waardoor toegang kon worden gekregen tot een (deel van een)
geautomatiseerd werk heeft verworven en voorhanden heeft gehad, met
het oogmerk daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab
van hetWetboek van strafrecht
te plegenen/of
- een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt en/of ontworpen is
tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab
van hetWetboek van strafrecht,
voorhanden heeft gehad,immers heeft verdachte
- inloggegevens en daarbij behorende wachtwoorden die toegang verlenen tot
deinternetbankierenomgeving van de [bedrijf] en
- meerdere hackingtools, zogenaamde 'phishing panel
s', voorhanden gehad met het oogmerk om opzettelijk en wederrechtelijk binnen te dringen in een geautomatiseerd werk en vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen door middel van het geautomatiseerde werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf over te nemen.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten dan wel kennelijke verschrijvingen voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.