ECLI:NL:RBDHA:2023:10240
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WW-uitkering na herhaalde aanvraag wegens verwijtbare werkloosheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.W. Dijke, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door mr. B.M. de Wolff. Eiseres had een WW-uitkering aangevraagd, maar deze was eerder afgewezen omdat zij verwijtbaar werkloos was geworden. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die aanleiding gaven om het eerdere besluit van het Uwv te herzien. Eiseres had eerder een uitkering op grond van de Ziektewet ontvangen en had geen nieuw recht opgebouwd op WW. De rechtbank concludeerde dat het Uwv terecht had besloten om de WW-uitkering van eiseres met ingang van 9 november 2021 niet uit te betalen, en verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank wees erop dat eiseres de beroepstermijn tegen het eerdere besluit had laten verstrijken zonder valide reden, waardoor zij had berust in de vaststelling van het Uwv dat zij verwijtbaar werkloos was geworden.