ECLI:NL:RBDHA:2023:10234

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
NL23.17267
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 12 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 13 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend, maar heeft onvoldoende onderbouwd dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer van toepassing is.

De rechtbank heeft op 4 juli 2023 de zaak behandeld, maar partijen hebben zich afgemeld voor de zitting. In de beoordeling stelt de rechtbank vast dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser. De rechtbank verwijst naar de Dublinverordening, die bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. Eiser heeft aangevoerd dat hij in Frankrijk geen opvang heeft gekregen en dat hij bang is voor detentie en uitzetting naar Liberia, maar deze stellingen zijn niet voldoende onderbouwd.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen en verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat eiser kan worden overgedragen aan Frankrijk en dat hij geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door rechter J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier S. Westerhof, en is openbaar gemaakt op 12 juli 2023.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.17267
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. S.R. Nohar),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: E. de Bonth).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 13 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag.
1.2.
De staatssecretaris heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 4 juli 2023 op zitting behandeld. Partijen hebben zich afgemeld voor de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van eiser. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Dat betekent dat eiser ongelijk krijgt en het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Totstandkoming van het besluit
4. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die staat in de Dublinverordening. Op grond van de Dublinverordening neemt de staatssecretaris een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.1 In dit geval heeft Nederland bij Frankrijk een verzoek om terugname gedaan. Frankrijk heeft dit verzoek
1. Dit staat ook in artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
aanvaard.
Welke lidstaat is verantwoordelijk voor de asielaanvraag?
5. Eiser voert aan dat Frankrijk niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de behandeling van zijn asielaanvraag, omdat ten aanzien van Frankrijk niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Volgens eiser is in Frankrijk sprake van problemen in de opvangvoorzieningen. Hij heeft daardoor zelf opvangproblemen gehad. Bij terugkeer naar Frankrijk zal hij weer op straat moeten verblijven. Verder heeft eiser in Frankrijk lange tijd onschuldig in de gevangenis gezeten. Er was geen sprake van een zorgvuldige procedure waardoor de detentie onterecht was. Eiser is bang dat hij bij terugkeer naar Frankrijk wederom zal worden gedetineerd. Tot slot voert eiser aan dat Frankrijk hem zal terugsturen naar Liberia (waar hij zijn leven niet veilig is) zonder op een adequate wijze op zijn asielaanvraag te beslissen.
6. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris ten aanzien van Frankrijk heeft mogen uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat de staatssecretaris niet langer van dit beginsel mag uitgaan.
6.1.
Eiser verklaart dat hij in Frankrijk geen opvang kreeg. Hij heeft dit niet nader onderbouwd. De enkele stelling van eiser dat hij geen opvang heeft gehad, is onvoldoende om te kunnen concluderen dat ten aanzien van Frankrijk niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Daar komt bij dat niet is gebleken dat er voor eiser geen mogelijkheid was om bij de hogere Franse autoriteiten te klagen over de opvangvoorzieningen. Dit heeft hij niet (met stukken) onderbouwd.
6.2.
In het dossier zit een document over eisers detentie in Frankrijk. Uit dit Franse document leidt de rechtbank niet af dat eiser onterecht in bewaring is gesteld. Dit document ziet op de afwijzing van de derde verlenging van de vreemdelingenbewaring. Uit dit document blijkt niet dat hij onterecht strafrechtelijk is veroordeeld of zou hebben vastgezeten. Uit het document volgt dan ook niet dat de autoriteiten van Frankrijk zich niet aan hun internationale verdragsverplichtingen hebben gehouden. Er is namelijk niet gebleken dat eisers detentie in Frankrijk onrechtmatig en in strijd met de internationale afspraken is geweest. Daar komt bij dat uit dit document blijkt dat eisers een mogelijke detentie in Frankrijk kan aanvechten. Hij is namelijk eerder in Frankrijk door een rechter gehoord en werd daarbij bijgestaan door een advocaat.
6.3.
Dat eiser meent dat hij door de Franse autoriteiten zonder een adequate beoordeling van zijn asielaanvraag wordt uitgezet naar Liberia, is niet onderbouwd. De enkele vrees van eiser dat hij wordt teruggestuurd naar Liberia, is onvoldoende om te concluderen dat Frankrijk hem daadwerkelijk zonder beoordeling van zijn asielaanvraag zal uitzetten naar Liberia. Daar komt bij dat de Franse autoriteiten met het expliciete claimakkoord hebben gegarandeerd het asielverzoek van eiser in behandeling te nemen. Daarmee garanderen de Franse autoriteiten ook dat zij zich zullen houden aan de internationale verplichtingen die voortvloeien uit Europese richtlijnen, waaronder artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
6.4.

Conclusie en gevolgen

7. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht niet in behandeling genomen.
8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de staatssecretaris eiser kan overdragen aan Frankrijk. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
12 juli 2023

Documentcode: [documentcode]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.