Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker 1],
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
(1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en een wegingsfactor 1).
Beslissing
31 mei 2023.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2023 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in een vreemdelingenrechtelijke kwestie. Verzoekers, bestaande uit de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder en drie verzoekers met een V-nummer, hebben bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 11 november 2022, waarin hun aanvragen voor een verblijfsvergunning zijn afgewezen. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, waarbij partijen toestemming hebben gegeven om de zaak zonder zitting af te doen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er aanleiding is om het verzoek om vrijstelling van betaling van het griffierecht toe te wijzen. Tevens is er gekeken naar de spoedeisendheid van de zaak, waarbij de belangen van verzoekers zijn afgewogen tegen die van verweerder. Verweerder heeft in een brief van 12 mei 2023 aangegeven zich niet te verzetten tegen de toewijzing van de voorlopige voorziening.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten dat de werking van het bestreden besluit niet wordt geschorst, maar dat verzoekers voorlopig niet mogen worden uitgezet tot vier weken na de beslissing op het bezwaar. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 837,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht.