ECLI:NL:RBDHA:2023:10165

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
C/09/601294 / FA RK 20-7443
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van vermissing en oproep van betrokkene in civiele procedure

Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Den Haag een tussenbeschikking uitgesproken in een civiele procedure betreffende de vermissing van een betrokkene. De zaak betreft een verzoekschrift dat op 22 oktober 2020 is ingediend door de verzoekster, de moeder van de betrokkene. De rechtbank had eerder op 14 februari 2023 bepaald dat de verzoekster de betrokkene bij advertentie moest oproepen om te verschijnen ter terechtzitting, teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken. De oproep moest plaatsvinden in een landelijk verschijnend dagblad en in de Staatscourant. Echter, de verzoekster heeft aangegeven dat de kosten voor publicatie in een landelijk dagblad niet haalbaar zijn voor de familie. Na overleg heeft de rechtbank besloten dat de verzoekster de betrokkene kan oproepen via een advertentie in een lokaal dagblad, dat financieel haalbaar is voor de familie. De rechtbank heeft de verzoekster opgedragen om de advertentie tijdig te plaatsen en als bewijs een exemplaar van het dagblad over te leggen tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting. De rechtbank heeft de beschikking van 14 februari 2023 gewijzigd en de verzoekster bevolen om de betrokkene bij advertentie op te roepen met inachtneming van een termijn van een maand.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 20-7443
Zaaknummer: C/09/601294
Datum beschikking: 12 juli 2023

Vaststelling van vermissing

Beschikking op het op 22 oktober 2020 ingekomen verzoekschrift van:

[naam01] ,

verzoekster (moeder van na te noemen betrokkene),
wonende te [woonplaats01] , gemeente [gemeente01] ,
advocaat mr. M.S. Kat te Amsterdam,
betreffende de vermissing van:

[naam02] ,

de betrokkene,
laatstelijk verblijvende te [verblijfplaats01] , gemeente [gemeente01] .
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[naam03] ,

handelend voor zichzelf en als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige:
[minderjarige01] , geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2014,
wonende te [woonplaats02] , gemeente [gemeente02] .

Procedure

Bij beschikking van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 14 februari 2023 heeft de rechtbank verzoekster bevolen de betrokkene bij advertentie op te roepen met inachtneming van een termijn van een maand om te verschijnen ter terechtzitting van deze rechtbank van
[dag01] [datum01] 2023 te [tijdstip01] uur, teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken. Daarbij is bepaald dat de advertentie zoals aangehecht aan de beschikking tijdig moet worden geplaatst in het landelijk verschijnend dagblad [landelijk dagblad01] en in de Nederlandse Staatscourant, waarbij verzoekster tot bewijs van de oproeping een exemplaar van voormeld dagblad en van de Nederlandse Staatscourant waarin de betrokkene is opgeroepen, zal dienen over te leggen tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting.
Bij F9-formulier van 6 maart 2023 heeft de advocaat bericht dat de beschikking van de rechtbank op [datum02] 2023 is betekend bij het Openbaar Ministerie te [plaats01] en dat er op [datum03] 2023 een bericht in de Staatscourant is gepubliceerd. Ook heeft zij bericht dat er geen advertentie in de [landelijk dagblad01] is geplaatst omdat de familie van de betrokkene niet in staat is de door de deurwaarder geraamde kosten van € 13.000,- voor een dergelijke advertentie te voldoen. Zij heeft verzocht de aan verzoekster gegeven opdracht te wijzigen in die zin dat er opdracht wordt gegeven om een advertentie in een lokaal dag/weekblad van [plaats02] te plaatsen.
Op [datum01] 2023 heeft de oproepzitting plaatsgevonden. Op genoemde datum en tijdstip is niemand verschenen.
Bij e-mailbericht van 6 april 2023 heeft verzoekster nadere stukken overgelegd.
Bij brief van 12 mei 2023 heeft de rechtbank verzoekster in de gelegenheid gesteld toe te lichten op welke wijze de familie een advertentie zou kunnen plaatsen in een landelijk verschijnend dagblad. Bij F9-formulier van 29 juni 2023 heeft verzoekster bericht dat een publicatie in dagblad [dagblad01] kan plaatsvinden.

Beoordeling

Bij beschikking van 14 februari 2023 heeft de rechtbank verzoekster opgedragen de betrokkene op te roepen teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken. De rechtbank heeft bepaald dat de betrokkene moet worden opgeroepen in een landelijk verschijnend dagblad in Nederland en in de Staatscourant. Verzoekster heeft de aanvraag voor publicatie in de Staatscourant overgelegd, alsmede een bericht van de deurwaarder dat er een uittreksel van het exploot zal worden afgekondigd in de Staatscourant. De rechtbank heeft geconstateerd dat op [datum03] 2023 deze oproep is gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer [nummer01] . Uit deze stukken is voldoende gebleken dat betrokkene is opgeroepen in de Staatscourant van [datum03] 2023. Aan de opdracht om betrokkene in de Staatscourant op te roepen heeft verzoekster daarmee voldaan.
In het dictum van die beschikking is daarnaast bepaald dat oproep moet plaatsvinden in het landelijk verschijnende dagblad [landelijk dagblad01] . Verzoekster heeft ten aanzien van deze opdracht contact gezocht met de rechtbank en aangegeven dat publicatie in de [landelijk dagblad01] financieel niet haalbaar is voor de familie van verzoekster. Na onderzoek heeft verzoekster bericht dat het wel haalbaar is om betrokkene op te roepen in het landelijk verschijnende dagblad [dagblad01] .
De rechtbank zal, gelet op het voorliggende verzoek, haar opdracht aan verzoekster wijzigen in die zin dat wordt bepaald dat verzoekster betrokkene via een advertentie in [dagblad01] zal oproepen. Deze advertentie dient volgens aangehecht model tijdig te worden geplaatst in het landelijk verschijnend dagblad [dagblad01] . Verzoekster dient als bewijs van de oproeping een exemplaar van voormeld dagblad over te leggen tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting.

Beslissing

De rechtbank - met wijziging in zoverre van de beschikking van 14 februari 2023 - :
beveelt verzoekster de betrokkene bij advertentie op te roepen met inachtneming van een termijn van een maand om te verschijnen op de zitting van deze rechtbank van
[dag02] [datum04] 2023 te [tijdstip02] uur, teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken;
bepaalt dat de advertentie volgens aangehecht model tijdig zal worden geplaatst in het landelijk verschijnend dagblad [dagblad01] en dat verzoekster tot bewijs van de oproeping een exemplaar van voormeld dagblad, waarin de betrokkene is opgeroepen,
zal dienen over te leggen tegen het tijdstip van deze nadere terechtzitting van [datum04] 2023.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.M. Vink, L. Koper en C.S.F. de Nijs, rechters, bijgestaan door mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juli 2023.

Oproep

De rechtbank Den Haag heeft de oproeping bevolen van de betrokkene:
naam: [naam02]
geboren: [geboortedatum02] 1990 te [geboorteplaats01]
laatst bekend adres: [adres01] , [postcode01] [plaats03] , gemeente [gemeente03] ,
ter terechtzitting van deze rechtbank, op: [dag02] [datum04] 2023 om [tijdstip02] uur
,
in verband met een ingediend verzoekschrift tot het verkrijgen van een vaststelling van vermissing van de betrokkene.
Voor inlichtingen: [naam04] te [plaats04] . Tel. [telefoonnummer01]