ECLI:NL:RBDHA:2023:10120

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
09/097987-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in doodslagzaak na betrouwbare verklaring verdachte

Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen van doodslag. De verdachte ontkende betrokken te zijn geweest bij de dood van het slachtoffer, [benadeelde partij 2], die op 17 april 2022 in zijn woning in Den Haag om het leven was gekomen. De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte als betrouwbaar beoordeeld, omdat deze op belangrijke punten werd bevestigd door onderzoeksresultaten die nog niet bekend waren op het moment dat de verdachte zijn verklaring aflegde. De rechtbank oordeelde dat de belastende verklaringen van de medeverdachten ongeloofwaardig waren en dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.

Daarnaast hebben verschillende benadeelde partijen, waaronder nabestaanden van het slachtoffer, vorderingen tot schadevergoeding ingediend. Aangezien de verdachte werd vrijgesproken, verklaarde de rechtbank de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen. De rechtbank oordeelde dat de kosten die de verdachte had gemaakt in verband met de verdediging tegen deze vorderingen op nihil werden begroot. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijk proces.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/097987-22
Datum uitspraak: 12 juli 2023
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979 ,
op dit moment zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 27 juli 2022, 12 oktober 2022, 28 december 2022, 22 maart 2023 (alle pro forma), 13 en 14 juni 2023 (inhoudelijke behandeling) en 12 juli 2023 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.R. Koenders en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.M.G. Hulsman naar voren is gebracht.
[benadeelde partij] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] hebben zich als benadeelde partij gevoegd. Namens hen heeft mr. R.G. van der Laan de vorderingen toegelicht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 13 juni 2023 – ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 17 april 2022 te 's-Gravenhage op een of meer tijdstippen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [benadeelde partij 2] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door
- die [benadeelde partij 2] meermalen (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen en/of
- een ketting om de hals van die [benadeelde partij 2] te doen en hem aan die ketting door de kamer te trekken en/of
- ( meermalen) op de borstkas en/of ribben van die [benadeelde partij 2] te springen en/of stampen;
- (met kracht) met een ketting om de (tot vuist gebalde) hand tegen het hoofd te slaan
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 april 2022 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op een of meer tijdstippen aan een persoon genaamd [benadeelde partij 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten o.a. zwaar
hersenletsel, heeft toegebracht, door
- die [benadeelde partij 2] opzettelijk meermalen (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen en/of
- een ketting om de hals van die [benadeelde partij 2] te doen en hem aan die ketting door de kamer te trekken en/of
- ( meermalen) op de borstkas en/of ribben van die [benadeelde partij 2] te springen en/of stampen,
- (met kracht) met een ketting om de (tot vuist gebalde) hand tegen het hoofd te slaan
terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 april 2022 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op een of meer tijdstippen [benadeelde partij 2] heeft mishandeld door
- die [benadeelde partij 2] meermalen (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen en/of
- een ketting om de hals van die [benadeelde partij 2] te doen en hem aan die ketting door de kamer te trekken en/of
- ( meermalen) op de borstkas en/of ribben van die [benadeelde partij 2] te springen en/of stampen,
- (met kracht) met een ketting om de (tot vuist gebalde) hand tegen het hoofd te slaan
terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Inleiding
Op 17 april 2022 om 20.48 uur krijgt de politie een melding over een mogelijk overleden persoon in een woning aan de [adres] te Den Haag. Ter plaatse ktreft de politie in die woning het levenloze lichaam van [benadeelde partij 2] aan. Hij blijkt door geweld om het leven te zijn gekomen. In het daaropvolgende opsporingsonderzoek worden de verdachte, [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] als verdachten aangehouden Zij waren alle drie in de woning ten tijde van het overlijden van [benadeelde partij 2] en worden verdacht van betrokkenheid bij zijn dood.
In dit vonnis zal de rechtbank de vraag beantwoorden of de verdachte betrokken was bij de dood van [benadeelde partij 2] . De medeverdachten worden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] genoemd.
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het primair ten laste gelegde en tot bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde.
3.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak van het ten laste gelegde feit bepleit.
3.4.
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft ontkend dat hij betrokken was bij de dood van [benadeelde partij 2] . Hij heeft gezien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] geweld gebruikten tegen [benadeelde partij 2] , maar heeft daaraan niet meegedaan, aldus de verdachte. De rechtbank acht zijn verklaring betrouwbaar, omdat deze op belangrijke punten bevestiging vindt in onderzoeksresultaten. Die onderzoeksresultaten waren bovendien nog niet bekend toen de verdachte zijn verklaring aflegde. De rechtbank volgt de verdachte dan ook in zijn verklaring. De voor de verdachte belastende verklaringen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] acht de rechtbank in het geheel van omstandigheden ongeloofwaardig en geven haar derhalve geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van de verdachte. Dat betekent dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De verdachte zal daarvan dan ook worden vrijgesproken.
Dit laat onverlet dat de rechtbank, in het licht van de ernst van de door de verdachte zelf geschetste toedracht, aanleiding ziet tot de volgende overweging ten overvloede. De rechtbank acht het bijzonder laakbaar dat de verdachte heeft nagelaten veel eerder dan hij nu gedaan heeft hulp in te schakelen door 112 te bellen. Dit nalaten valt echter niet onder het ten laste gelegde te brengen.

4.De vorderingen van de benadeelde partijen

4.1.
De vorderingen
Nabestaanden [benadeelde partij] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] hebben zich ieder als benadeelde partij in het strafgeding gevoegd. Zij vorderen schadevergoeding, hierna nader te specificeren, te vermeerderen met de wettelijke rente, en hebben verzocht om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde partij] , de zus van het slachtoffer, vordert schadevergoeding van in totaal € 4.239,30, bestaande uit materiële schade.
De schade bestaat uit:
  • repatriëring lichaam: € 3.400,-;
  • reis: € 476,30;
  • verblijf: € 363,-.
[benadeelde partij 2] , de broer van het slachtoffer, vordert schadevergoeding van in totaal € 1.036,64, bestaande uit materiële schade.
De schade bestaat uit:
  • grafsteeninstallatie 2.200 PLN: € 479,60;
  • uitvaart 2.305 PLN: € 489,54;
  • grafmonument 313,20 PLN: € 67,50.
[benadeelde partij 3] , de moeder van het slachtoffer, vordert schadevergoeding van in totaal € 17.500,-, bestaande uit affectieschade.
[benadeelde partij 4] , de zoon van het slachtoffer, vordert schadevergoeding van in totaal
€ 20.000,-, bestaande uit affectieschade.
[benadeelde partij 5] , de dochter van het slachtoffer, vordert schadevergoeding van in totaal
€ 20.000,-, bestaande uit affectieschade.
4.2.
Het oordeel van de rechtbank
Nu de verdachte van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen.
Dit brengt mee dat de benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken. De rechtbank begroot deze kosten op nihil.

5.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 5] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vorderingen gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.T. Paulides, voorzitter,
mr. J.C. U-A-Sai, rechter,
mr. M.C. Ritsema van Eck-van Drempt, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. van Beelen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 juli 2023.