ECLI:NL:RBDHA:2023:10113

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
AWB 22/4409
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake besluit Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.E. Martis, op 14 juli 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, genomen op 1 juli 2022. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 25 april 2023 geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld. De rechtbank heeft eiseres meerdere keren de gelegenheid gegeven om beroepsgronden in te dienen, maar deze zijn niet tijdig aangeleverd. Eiseres heeft verzocht om uitstel, maar de rechtbank heeft dit verzoek uiteindelijk afgewezen, omdat eiseres niet voldoende heeft gemotiveerd waarom zij niet in staat was om de beroepsgronden in te dienen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/4409

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2023 in de zaak tussen

[eiseres], met V-nummer [V-nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. M.E. Martis),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 14 juli 2022 tegen het besluit van verweerder van 1 juli 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat, moet zeggen waarom hij of zij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen beroepsgronden zijn genoemd. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiseres op 21 juli 2022 en 22 september 2022 brieven gestuurd met daarin het verzoek om de beroepsronden binnen vier weken aan te leveren. Eiseres heeft vervolgens om uitstel verzocht vanwege het ontbreken van bewijsstukken die uit het buitenland moesten komen. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen en aan eiseres verzocht uiterlijk op 17 november 2022 de beroepsgronden in te dienen. Omdat de beroepsgronden uitbleven, heeft de rechtbank eiseres bij brief van 12 december 2022 een laatste keer in de gelegenheid gesteld om uiterlijk binnen twee weken de beroepsgronden in te dienen.
4. Op 22 december 2022 heeft de rechtbank opnieuw per e-mail een uitstelverzoek ontvangen van eiseres voor het aanleveren van gronden. De rechtbank heeft dit verzoek op 26 januari 2023 per brief afgewezen. De rechtbank overweegt dat eiseres genoeg kansen heeft gehad om gronden aan te leveren. Daarnaast motiveert eiseres niet op welke stukken zij aan het wachten is en waarom dit gebrek aan stukken ervoor zorgt dat zij geen gronden kan indienen. Eiseres heeft geen geldige reden gegeven voor het niet indienen van haar beroepsgronden.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.