ECLI:NL:RBDHA:2023:10113
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake besluit Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.E. Martis, op 14 juli 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, genomen op 1 juli 2022. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 25 april 2023 geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld. De rechtbank heeft eiseres meerdere keren de gelegenheid gegeven om beroepsgronden in te dienen, maar deze zijn niet tijdig aangeleverd. Eiseres heeft verzocht om uitstel, maar de rechtbank heeft dit verzoek uiteindelijk afgewezen, omdat eiseres niet voldoende heeft gemotiveerd waarom zij niet in staat was om de beroepsgronden in te dienen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.