ECLI:NL:RBDHA:2023:10112
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toegang tot documenten over de Armeense genocide op basis van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Federatie Armeense Organisatie Nederland (eiseres) en de minister van Buitenlandse Zaken (verweerder) over de weigering van informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiseres had verzocht om alle informatie en documenten met betrekking tot de erkenning van de Armeense genocide van 1915. Verweerder heeft een aantal documenten verstrekt, maar heeft ook informatie geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder a van de Wob, dat betrekking heeft op de betrekkingen van Nederland met andere staten, en artikel 11 van de Wob, dat gaat over persoonlijke beleidsopvattingen in documenten die zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van verweerder, waarin deze de weigering van informatie heeft gemotiveerd. De rechtbank heeft het beroep op 31 mei 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres aanwezig was. Eiseres betoogde dat de weigering om bepaalde informatie te verstrekken onterecht was en dat openbaarmaking van deze informatie niet schadelijk zou zijn voor de internationale betrekkingen van Nederland.
De rechtbank heeft na kennisneming van de niet-openbaar gemaakte stukken geoordeeld dat verweerder op goede gronden heeft besloten om de informatie niet openbaar te maken. De rechtbank concludeert dat de weigeringsgrond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder a van de Wob van toepassing is, omdat openbaarmaking van de informatie de betrekkingen met andere staten zou kunnen schaden. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de weigering van de minister om de gevraagde informatie te verstrekken rechtmatig was. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.