ECLI:NL:RBDHA:2023:10100
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door verweerder op 2 maart 2023 is afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 22 maart 2023, maar verzoeker is niet verschenen. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A.A. Wildeboer.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat verzoeker van Marokkaanse nationaliteit is en op een bepaalde datum is geboren. Op dezelfde dag is er ook uitspraak gedaan in een andere zaak (NL23.7102) die verband houdt met het beroep van verzoeker. Gezien deze uitspraak is de voorzieningenrechter van mening dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van griffier mr. M.A. Buikema, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.