ECLI:NL:RBDHA:2023:10063

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juni 2023
Publicatiedatum
11 juli 2023
Zaaknummer
NL22.1788
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.W.J. van der Meer, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin zijn verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met terugwerkende kracht werd ingetrokken. Daarnaast werden zijn aanvragen voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd en verblijf als EU langdurig ingezetene afgewezen, en werd er een terugkeerbesluit naar Marokko en een inreisverbod voor tien jaar opgelegd.

Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de staatssecretaris verklaarde het bezwaar ongegrond. Vervolgens heeft eiser de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 23 mei 2023, waarbij zowel eiser als de staatssecretaris, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep in een andere zaak (NL22.22511), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C. Brouwer, in aanwezigheid van griffier M.A. Buikema, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.1788
uitspraak van de voorzieningenrechter op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.W.J. van der Meer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: N. Mikolajczyk).

Procesverloop

In het besluit van 3 februari 2022 (primair besluit) heeft de staatssecretaris eisers verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met terugwerkende kracht vanaf 2 juni 2016 ingetrokken, de aanvraag verblijf EU langdurig ingezetene en de aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd afgewezen, een terugkeerbesluit naar Marokko en een inreisverbod voor de duur van tien jaar opgelegd.
In het besluit van 20 oktober 2022 (bestreden besluit) heeft de staatssecretaris het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met het beroep in de zaak met nummer NL22.22511, op 23 mei 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.22511, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C. Brouwer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van M.A. Buikema, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.