ECLI:NL:RBDHA:2023:10061

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
11 juli 2023
Zaaknummer
NL23.986
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag van Sudanese eiser

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van een Sudanese eiser tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De eiser had op 29 maart 2022 een aanvraag ingediend, maar verweerder had hierop niet tijdig beslist. De eiser heeft op 23 december 2022 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat deze prematuur was, omdat het besluitmoratorium voor asielaanvragen van politieke opposanten uit Sudan nog van toepassing was. Dit moratorium was ingesteld op 24 februari 2022 en was sindsdien verlengd.

De rechtbank heeft overwogen dat de eiser niet aan de vereisten heeft voldaan om in beroep te gaan tegen het niet tijdig nemen van een besluit, omdat de ingebrekestelling niet op de juiste wijze was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van eiser onder het besluitmoratorium valt, en dat verweerder in dit geval niet verplicht was om binnen de gebruikelijke termijn te beslissen. De rechtbank heeft daarom het beroep van de eiser niet-ontvankelijk verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is op 5 april 2023 openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.986
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. C.T.W. van Dijk),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is.1 Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. Hiertoe geldt dat de ingebrekestelling prematuur is ingediend. De rechtbank legt dit hieronder verder uit.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2
3. Eiser heeft de Sudanese nationaliteit. Verweerder heeft een besluitmoratorium3 ingesteld voor asielaanvragen van politieke opposanten mensen uit Sudan.4 Dit geldt vanaf 24 februari 2022. Het besluitmoratorium is in eerste instantie ingesteld voor een periode van zes maanden en is op 24 september 2022 verlengd met nog een keer zes maanden.5 De
1. Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Dit volgt uit artikel 6:2 en 6:12 van de Awb.
3 Op grond van artikel 43, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw)
4 Zie Staatscourant 2022, 8013
5 Zie Staatscourant, 2022, 24719
aanvraag van eiser is van 29 maart 2022 en valt daarmee onder het bereik van dit besluitmoratorium. Daar komt bij dat de aanvraag van eiser ook valt onder het bereik van WBV 2022/22, als gevolg waarvan de beslistermijn met nog eens negen maanden is verlengd.
4. Eiser voert aan dat verweerder willekeurig omgaat met het besluitmoratorium op asielaanvragen van Sudanezen. Hij wijst erop dat verweerder op andere aanvragen van Sudanese asielzoekers wél een beslissing heeft genomen. De beroepsgrond treft geen doel. Uit het besluitmoratorium blijkt immers dat dit slechts betrekking heeft op asielzoekers uit Sudan die politieke activiteiten hebben verricht en die om die reden bescherming zoeken. De asielaanvraag van eiser is op deze omstandigheid gebaseerd. Op asielverzoeken die op andere redenen zijn gebaseerd, kan verweerder dus onverminderd beslissen. In de voorbeelden die eiser heeft aangehaald, was dit blijkbaar aan de orde.
5. Op het moment van de ingebrekestelling (23 december 2022) was het besluitmoratorium nog op de asielaanvraag van eiser van toepassing. De ingebrekestelling is dus prematuur ingediend. Aldus is dus niet voldaan aan de vereisten om in beroep te gaan tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
6. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag van eiser is daarom niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
D.A.M. Delger, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
05 april 2023

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.