Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , geboren op [1985] , V-nummer: [V-nummer 1] , eiseres
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
Hoorplicht
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 31 januari 2022, hebben eisers, een ongehuwde partner en haar zoon van Surinaamse nationaliteit, een beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvragen waren gericht op verblijf als familie- of gezinslid bij de referent. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvragen op 16 maart 2021 zijn afgewezen en dat het bezwaar tegen deze afwijzing op 10 september 2021 ongegrond is verklaard.
Eisers voerden aan dat verweerder hen ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld om te worden gehoord, en dat de afwijzing onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder op goede gronden had geconcludeerd dat het bezwaar geen redelijke kans van slagen had. De rechtbank merkte op dat de aanvullende informatie die door de referent was verstrekt, niet voldoende was om aan te tonen dat er sprake was van een duurzame en exclusieve relatie die vergelijkbaar was met een huwelijk. De rechtbank concludeerde dat de overgelegde bewijsstukken, zoals foto’s en berichten, te oppervlakkig waren en niet voldoende informatie boden over de ontwikkeling van de relatie.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en gepubliceerd op de website van de rechtspraak. De eisers hebben de mogelijkheid om binnen vier weken na verzending van de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als zij het niet eens zijn met de uitspraak.