ECLI:NL:RBDHA:2022:9925

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 september 2022
Publicatiedatum
29 september 2022
Zaaknummer
NL22.13918
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Nigeria

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens identiteit en asielrelaas ongeloofwaardig werden geacht, had op 13 juli 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 15 september 2022 behandeld, samen met een andere zaak (NL22.13917). Tijdens de zitting waren beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar de uitspraak in de andere zaak en heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was.

De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Grazell, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.13918

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker], verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. W.P.R. Peeters),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. P. van Zijl).

Procesverloop

Bij besluit van 13 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.13917, op 15 september 2022 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.13917, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M.C. Grazell, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.