In deze zaak heeft eiser, woonachtig in Duitsland, bezwaar gemaakt tegen de weigering van de korpschef van politie om hem te plaatsen op de functie van '[functienaam 2] – Basisteam Ommelanden-Noord'. Eiser heeft niet op de functie gesolliciteerd tijdens de openstelling van de vacature van 9 maart 2021 tot en met 30 maart 2021. Ondanks zijn verzoek om plaatsing via e-mail op 14 april 2021, heeft de korpschef besloten dat eiser niet in aanmerking kwam voor de functie omdat hij niet binnen de sollicitatietermijn had gereageerd. De rechtbank heeft op 1 september 2022 het beroep van eiser behandeld, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A. Schippers, en de korpschef door mr. A.H.G.M. van den Boomen-Meeuwissen.
De rechtbank oordeelde dat het TTW beleid voorschrijft dat iedere sollicitatieprocedure start met een sollicitatiebrief en dat de termijn voor reageren op een vacature drie weken bedraagt. Eiser had zijn belangstelling voor de functie pas na deze termijn kenbaar gemaakt, waardoor de korpschef niet verplicht was om hem in de sollicitatieprocedure mee te nemen. De rechtbank concludeerde dat de korpschef correct heeft gehandeld door de procedure te volgen en dat het verzoek van eiser om plaatsing niet als een sollicitatie kon worden aangemerkt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.