Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 juni 2021 met producties 1 t/m 14;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 3;
- het tussenvonnis van 4 mei 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging producties van [eiseres] met producties 15 t/m 17.
2.De feiten
“tendomyogene pijnklachten”na een
“low energy kop-staart botsing”. Met het ongeboren kind van [eiseres] ging het goed.
“(druk- en bewegings-)pijn ter hoogte van de crista iliaca aan de linkerzijde”. Bij de beantwoording van de gestelde vragen schrijft [orthopedisch chirurg] – voor zover van belang – het volgende:
crista iliaca posterior syndroom links,
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Vriend brengt urine, weer 3 dagen veel pijn in de rug, is weer bang voor een blaasontsteking. Pijn straalt uit naar de buik. Geen koorts.”Kennelijk is [orthopedisch chirurg] ervan uitgegaan dat in mei 2014 sprake was van een heel ander soort rugklachten dan de klachten waarmee [eiseres] nu kampt. Er is dan ook niet gebleken dat [eiseres] al vóór het ongeval last had van soortgelijke rugklachten.
eerste drie maanden na het ongevalgaat [eiseres] uit van een behoefte aan externe hulp van 3 uur per dag tegen een vergoeding van € 15 per uur. Zij becijfert deze kosten op (3 uur per dag x 7 dagen per week x 12 weken x € 15 = ) € 3.780. Aegon wijst er in het kader van haar verweer op dat de richtlijn huishoudelijke hulp van de Letselschaderaad normbedragen kent. Uitgaande van deze richtlijn (categorie licht tot matig beperkt), komt de vergoeding voor de eerste drie maanden van het ongeval dan op (€ 184 per week x 12 weken =) € 2.208. Volgens Aegon komt de helft van dit bedrag voor vergoeding in aanmerking, omdat van de partner van [eiseres] mag worden verlangd dat ook hij een bijdrage levert aan het huishouden. Volgens [eiseres] zijn de normbedragen waarvan de richtlijn van de Letselschaderaad uitgaat (een vergoeding van € 10 per uur) onrealistisch laag.
eind juli 2016 en januari 2037(het moment waarop het jongste kind van [eiseres] 18 jaar wordt) gaat [eiseres] uit van een behoefte aan hulp van 16 uur per week, gedurende 48 weken per jaar tegen een tarief van € 15 per uur. Zij komt dan uit op een bedrag van € 2.880 voor de resterende maanden van 2016 en van € 11.520 per jaar voor de jaren 2017 tot en met 2036.
- tussen 1 augustus 2016 en 31 december 2016: (8 uur x € 10 x 21 weken) = € 1.680;
- voor de periode vanaf 1 januari 2017: (8 uur x € 10 x 48 weken =) € 3.840 per jaar.