ECLI:NL:RBDHA:2022:9737
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Colombiaanse partners wegens ongeloofwaardigheid van asielrelaas
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 september 2022 uitspraak gedaan in de asielprocedures van twee Colombiaanse partners, eiser en eiseres, die asiel aanvroegen in Nederland. De aanvragen werden afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de asielrelaas van de eisers ongeloofwaardig achtte. De rechtbank heeft de beroepen van de eisers op 28 juli 2022 behandeld, waarbij eisers werden bijgestaan door hun gemachtigden. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van eiser over zijn werkzaamheden als gemeenschapsleider en de problemen met de guerrillagroep ELN inconsistent en tegenstrijdig waren. Eiser had verklaard dat hij als gemeenschapsleider werkte en bedreigd werd door de ELN, maar zijn verklaringen varieerden over de tijdlijn en de aard van de bedreigingen. De rechtbank oordeelde dat de tegenstrijdigheden in de verklaringen van eiser afbreuk deden aan de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de asielaanvragen ongegrond waren en dat er geen reden was om aan te nemen dat eisers in Colombia een reëel risico op vervolging liepen. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees de aanvragen af.