ECLI:NL:RBDHA:2022:9712
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Restitutieverplichting opleidingskosten functieopleiding bij de Koninklijke Marechaussee
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 28 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, en de staatssecretaris van Defensie. De eiser had een restitutieverplichting opgelegd gekregen voor de opleidingskosten van zijn functieopleiding, die hij had gevolgd aan de Politie Academie in Apeldoorn. Het primaire besluit, dat op 29 november 2021 was genomen, legde deze restitutieverplichting op, en het bezwaar van de eiser tegen dit besluit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 14 april 2022. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 17 augustus 2022 heeft de rechtbank de zaak behandeld. De eiser betoogde dat de communicatie over de restitutieverplichting onduidelijk was en dat hij onjuist was voorgelicht door zijn loopbaanbegeleider. De staatssecretaris handhaafde echter zijn standpunt dat de restitutieverplichting terecht was opgelegd, en dat het bedrag van € 2.877,71, dat al was gehalveerd, niet verder verlaagd kon worden.
De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris bij het vaststellen van de terugbetalingsverplichting een discretionaire bevoegdheid heeft en dat de rechtbank terughoudend moet toetsen of de staatssecretaris in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende rekening had gehouden met de belangen van zowel de werknemer als de werkgever. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.