ECLI:NL:RBDHA:2022:969

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 februari 2022
Publicatiedatum
11 februari 2022
Zaaknummer
NL21.17047
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, van Guinese nationaliteit en geboren op 29 april 1992, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluit van 25 oktober 2021 afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 13 januari 2022, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. M.S. Yap. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. J.M.M. van Gils. Tijdens de zitting is ook een tolk, E. Spruit, aanwezig geweest. De voorzieningenrechter heeft de zaak, samen met een andere zaak (NL21.17046), behandeld.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL21.17047
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster V-nummer: [nummer]

mede ten behoeve van haar minderjarige kinderen:
[naam2],
V-nummer: [nummer2] en
[naam3],
V-nummer [nummer3], (gemachtigde: mr. M.S. Yap),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.M.M. van Gils).

Procesverloop

Bij besluit van 25 oktober 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.17046, op 13 januari 2022 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.
Als tolk is verschenen E. Spruit. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoekster stelt van Guinese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op 29 april 1992.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.17046, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR19161046

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.