In deze zaak, die op 25 augustus 2022 werd behandeld, gaat het om een kort geding tussen de ouders van twee minderjarige kinderen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De moeder, bijgestaan door mr. M.C. Carli-Lodder en mr. P. Stokman, vordert dat de vader, bijgestaan door mr. W.N. Sardjoe, [de minderjarige 1] aan haar overdragen. De ouders hebben in het verleden een omgangsregeling en gezagsbeslissingen gehad, maar na een breuk in hun samenwoning is de situatie veranderd. De moeder stelt dat de vader is teruggevallen in zijn verslavingen, wat de zorg voor [de minderjarige 1] in gevaar zou brengen. De vader ontkent dit en stelt dat hij een stabiele omgeving biedt voor de kinderen.
De voorzieningenrechter heeft de zaak gehoord en na een schorsing van de zitting een mondelinge uitspraak gedaan. De vordering van de moeder is afgewezen, terwijl de vorderingen van de vader in reconventie grotendeels zijn toegewezen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de moeder haar stelling over de onveilige situatie bij de vader onvoldoende heeft onderbouwd. Daarom is [de minderjarige 1] voorlopig aan de vader toevertrouwd, met een nieuwe zorgregeling waarbij de kinderen om de week bij de moeder en de vader verblijven. De voorzieningenrechter heeft beide ouders aangespoord om in gesprek te gaan over de zorg voor hun kinderen en heeft bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.