ECLI:NL:RBDHA:2022:9672

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 augustus 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
C/09/633989 / KG ZA 22-752
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding inzake voorlopige zorgregeling en toevertrouwing van minderjarige kinderen

In deze zaak, die op 25 augustus 2022 werd behandeld, gaat het om een kort geding tussen de ouders van twee minderjarige kinderen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De moeder, bijgestaan door mr. M.C. Carli-Lodder en mr. P. Stokman, vordert dat de vader, bijgestaan door mr. W.N. Sardjoe, [de minderjarige 1] aan haar overdragen. De ouders hebben in het verleden een omgangsregeling en gezagsbeslissingen gehad, maar na een breuk in hun samenwoning is de situatie veranderd. De moeder stelt dat de vader is teruggevallen in zijn verslavingen, wat de zorg voor [de minderjarige 1] in gevaar zou brengen. De vader ontkent dit en stelt dat hij een stabiele omgeving biedt voor de kinderen.

De voorzieningenrechter heeft de zaak gehoord en na een schorsing van de zitting een mondelinge uitspraak gedaan. De vordering van de moeder is afgewezen, terwijl de vorderingen van de vader in reconventie grotendeels zijn toegewezen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de moeder haar stelling over de onveilige situatie bij de vader onvoldoende heeft onderbouwd. Daarom is [de minderjarige 1] voorlopig aan de vader toevertrouwd, met een nieuwe zorgregeling waarbij de kinderen om de week bij de moeder en de vader verblijven. De voorzieningenrechter heeft beide ouders aangespoord om in gesprek te gaan over de zorg voor hun kinderen en heeft bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/633989 / KG ZA 22-752
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 25 augustus 2022
in de zaak van
[de moeder] ,
wonende op een geheim adres,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. M.C. Carli-Lodder en mr. P. Stokman te Den Haag,
tegen:
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat: mr. W.N. Sardjoe te Den Haag.
Partijen worden hierna de moeder en de vader genoemd.
Aanwezig is mr. J.C. Sluymer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. A.W. Spee, griffier.
Verschenen zijn:
- de moeder in persoon, bijgestaan door mr. Carli-Lodder en mr. Stokman voornoemd;
- de vader in persoon, bijgestaan door mr. Sardjoe voornoemd.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

In conventie en in reconventie
1.1.
Vaststaat dat partijen samen de ouders zijn van de minderjarigen [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] (hierna: [de minderjarige 1] ) en [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats] (hierna: [de minderjarige 2] ).
1.2.
Bij beschikking van deze rechtbank van 17 november 2016 is een omgangsregeling vastgesteld waarbij de kinderen een weekend per veertien dagen en de helft van de vakanties bij de vader zullen zijn.
1.3.
Bij beschikking van deze rechtbank van 22 februari 2017 is bepaald dat voortaan aan de ouders gezamenlijk het gezag zal toekomen over de kinderen en dat de kinderen de hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de moeder.
1.4.
Nadien hebben de ouders zich met elkaar verzoend en zijn zij gaan samenwonen. In juni van dit jaar is de samenwoning verbroken. De moeder woont thans met [de minderjarige 2] tijdelijk in een vrouwenopvang. [de minderjarige 1] woont bij de vader.
1.5.
De moeder stelt dat de vader is teruggevallen in zijn oude drugs- en drankverslavingen, waarna zij zich genoodzaakt heeft gevoeld om bij hem weg te gaan. De vader betwist dit en stelt dat hij de moeder de deur heeft gewezen omdat zij met andere affectieve relaties bezig was.
1.6.
Volgens de moeder is de situatie van [de minderjarige 1] bij de vader zorgelijk. Zij stelt hiertoe dat er overdag onvoldoende zorg voor [de minderjarige 1] is en dat in de avond het drank- en drugsgebruik van de vader speelt. De vader betwist dit. Hij stelt dat hij [de minderjarige 1] , maar ook [de minderjarige 2] , een vertrouwde woonomgeving kan bieden en dat hij – omdat hij in de WIA zit – veel tijd met de kinderen kan doorbrengen.
1.7.
Op 1 september 2022 is er op de school van de kinderen een afspraak gepland met een multidisciplinair team om de zorg en ondersteuning voor de kinderen te bespreken. Veilig Thuis is daarbij ook uitgenodigd.
1.8.
De moeder vordert in deze procedure dat de voorzieningenrechter de vader beveelt om [de minderjarige 1] aan haar over te dragen, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie.
1.9.
De vader voert verweer tegen deze vordering. Tevens vordert hij in reconventie – kort samengevat – dat de voorzieningenrechter:
[de minderjarige 1] voorlopig toevertrouwt aan de vader;
een voorlopige zorgregeling vaststelt tussen de moeder en [de minderjarige 1] van een weekend per veertien dagen;
vervangende toestemming verleent om [de minderjarige 1] in te schrijven bij de vader;
de moeder veroordeelt tot nakoming van de bij beschikking van 17 november 2016 vastgestelde zorgregeling op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250 per keer dat de moeder in gebreke blijft hieraan te voldoen;
de moeder veroordeelt in de proceskosten.
1.10.
De moeder heeft verweer gevoerd.
1.11.
De voorzieningenrechter zal de vordering in conventie afwijzen en de vorderingen in reconventie grotendeels toewijzen. Daartoe is het volgende redengevend.
1.12.
Tegenover de gemotiveerde betwisting van de vader heeft de moeder haar stelling dat het voor [de minderjarige 1] niet veilig is bij de vader onvoldoende onderbouwd. Zij heeft geen verificatoire stukken in het geding gebracht die haar stelling op dit punt ondersteunen. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter op dit moment geen aanleiding om wijziging te brengen in de huidige situatie waarin [de minderjarige 2] bij de moeder verblijft en [de minderjarige 1] bij de vader. De voorzieningenrechter zal [de minderjarige 1] daarom voorlopig toevertrouwen aan de vader en vervangende toestemming verlenen voor inschrijving van [de minderjarige 1] op het adres van de vader.
1.13.
De voorzieningenrechter vindt het verder belangrijk dat de kinderen weer op regelmatige basis contact zullen hebben met elkaar en met beide ouders. Daarom zal een voorlopige zorgregeling worden vastgesteld waarbij beide kinderen het ene weekend van vrijdagmiddag uit school tot maandagochtend naar school bij de moeder verblijven en het andere weekend van vrijdagmiddag uit school tot maandagochtend naar school bij de vader.
1.14.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om (één van) de ouders te veroordelen tot nakoming van deze zorgregeling op straffe van een dwangsom. Hij gaat ervan uit dat beide ouders deze regeling in het belang van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] zullen nakomen en dat beide ouders de kinderen zullen stimuleren om contact te onderhouden met de andere ouder.
1.15.
De voorzieningenrechter geeft de ouders in overweging om met elkaar in gesprek te gaan over de verdere invulling van de zorg voor de kinderen. Het gesprek met het multidisciplinair team op 1 september 2022 op de school van de kinderen kan daarvoor een mooi startpunt zijn.
1.16.
Omdat partijen samen de ouders zijn van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] , zal worden bepaald dat iedere partij in conventie en in reconventie de eigen proceskosten draagt.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
2.1.
wijst de vordering af;
2.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in reconventie
2.3.
vertrouwt [de minderjarige 1] voorlopig toe aan de vader;
2.4.
verleent de vader toestemming, die de toestemming van de moeder vervangt, om [de minderjarige 1] in te schrijven op zijn adres;
2.5.
stelt een voorlopige zorgregeling vast waarbij beide kinderen tegelijkertijd het ene weekend bij de moeder verblijven en het andere weekend bij de vader in die zin dat:
  • de kinderen met ingang van het weekend van 2 september 2022 een weekend per twee weken bij de moeder verblijven, van vrijdagmiddag uit school tot maandagochtend naar school;
  • de kinderen met ingang van het weekend van 9 september 2022 een weekend per twee weken bij de vader verblijven, van vrijdagmiddag uit school tot maandagochtend naar school;
2.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.7.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
2.8.
wijst af het meer of anders gevorderde.
WAARVAN PROCES-VERBAAL
…………………………………. …………………………………
Mr. A.W. Spee mr. J.C. Sluymer