ECLI:NL:RBDHA:2022:9652
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Spanje
In de zaak tussen [Naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 september 2022 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor de verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door verweerder niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat het bestreden besluit zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 september 2022 behandeld, samen met een andere zaak (NL22.13427). Tijdens de zitting waren de gemachtigden van zowel verzoeker als verweerder aanwezig. In de uitspraak van dezelfde dag in de andere zaak werd het beroep ongegrond verklaard, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.