ECLI:NL:RBDHA:2022:9646

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 september 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
NL22.13894
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Spanje

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel had aangevraagd. De aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 15 september 2022, waar de verzoeker en zijn gemachtigde niet aanwezig waren, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, onder verwijzing naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak (zaaknummer NL22.13893), waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is bekendgemaakt op dezelfde dag, 15 september 2022, door de voorzieningenrechter in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.13894
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. H.K. Westerhof),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. P. van Zijl).

Procesverloop

Bij besluit van 19 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.13893, op
15 september 2022 op zitting behandeld. Verzoekeren zijn gemachtigde zijn, met bericht vooraf van de gemachtigde, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.13893, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 september 2022 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.Ch. Grazell, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.