ECLI:NL:RBDHA:2022:9591

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 september 2022
Publicatiedatum
22 september 2022
Zaaknummer
09-012844-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs voor woningoverval en diefstal van een auto

Op 22 september 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een woningoverval en diefstal van een auto op 15 januari 2022 in Leiden. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op 19 april, 29 juni en 8 september 2022. De officier van justitie, mr. L.A. Pronk, eiste een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, maar de verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.B.M. Nohl, pleitte voor vrijspraak.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om te concluderen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd. De verklaringen van zowel de aangever als de verdachte waren inconsistent en er ontbrak objectief bewijs dat de verdachte op de plaats delict aanwezig was. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij, [slachtoffer], niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van de feiten is vrijgesproken. De rechtbank heeft ook de kosten van de verdediging van de benadeelde partij op nihil vastgesteld. Tot slot is besloten dat de in beslag genomen Apple Iphone 12 aan de verdachte wordt teruggegeven.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/012844-22
Datum uitspraak: 22 september 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 19 april 2022, 29 juni 2022 (beide pro forma) en 8 september 2022 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. L.A. Pronk en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. A.B.M. Nohl naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op 15 januari 2022 te Leiden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon I Phone 11 en/of een playstation 5 en/of headset en/of controler en/of meerdere kledingstukken (te weten handschoenen en/of vier, althans een of meer paar schoenen en/of een jas) en/of een mac boek en/of autosleutels (behorende bij een Mercedes) , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- [slachtoffer] naar binnen, zijn woning in te duwen en/of
- [slachtoffer] op de grond te duwen en/of
- een zak over het hoofd van [slachtoffer] te doen en/of
- [slachtoffer] in een nekklem vast te pakken en/of
- [slachtoffer] op zijn/het bed te gooien en/of
- [slachtoffer] meermalen te slaan/stompen op/tegen het lichaam en/of
- tie-rips om de handen/polsen van [slachtoffer] te doen en/of
- [slachtoffer] een mesje te tonen en/of (daarbij te zeggen 'Ik steek jou neer als ik dat wil' en/of 'Als jij los probeert te komen, dan steken we met dit mes, althans woorden van gelijke aard/strekking en/of
- een dreigende houding aan te neemn en/of te zeggen 'Je moet niet de politie bellen anders ben je nog verder van huis en anders komen we nog een keer met tien man en ben je je auto kwijt en die rijd ik in de sloot en jouw spullen verkopen we dan gewoon;
- [slachtoffer]
2
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Leiden tezamen en in vereniging, althans
alleen, een auto Mercedes, [kenteken] in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) auto heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die
weg te nemen auto onder zijn bereik heeft gebracht door middel van het gebruik
van een niet aan hem, verdachte en/of zijn mededader, toebehorende autosleutel.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie de oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden en de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan gevorderd.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde feiten.
3.3.
De beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank moet de vraag beantwoorden of wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] zich op 15 januari 2022 schuldig heeft gemaakt aan een woningoverval en diefstal van een auto in Leiden.
Aangever (hierna: [slachtoffer] ) heeft – kort gezegd – verklaard dat hij op 15 januari 2022 omstreeks 11.05 uur door de verdachte (hierna: [verdachte] ) en een onbekende man is overvallen in zijn woning in Leiden. [verdachte] is een collega van [slachtoffer] en [slachtoffer] is hem nog een geldbedrag verschuldigd. [verdachte] had inmiddels meerdere malen (op dreigende toon) om terugbetaling gevraagd en [slachtoffer] had hem op enig moment via whatsapp geblokkeerd omdat hij nog wat tijd wilde rekken om het geld bij elkaar te krijgen. Op 15 januari 2022 stond [verdachte] ineens met een onbekende man voor de deur van [slachtoffer] . [verdachte] en de andere man hebben [slachtoffer] in zijn woning mishandeld en bedreigd. Ook hebben zij spullen uit de woning van [slachtoffer] en zijn auto gestolen.
[verdachte] heeft – kort gezegd – ontkend de woningoverval te hebben gepleegd. Hij heeft verklaard dat er weliswaar sprake was van een financiële schuld van [slachtoffer] bij hem, maar dat hij, [verdachte] , op 15 januari 2022 niet eens in Leiden is geweest. Dat [verdachte] op 15 januari 2022 in de auto van [slachtoffer] werd aangehouden komt doordat hij die auto (mede naar aanleiding van de schuld van [slachtoffer] ) van [slachtoffer] mocht lenen. Hij heeft de auto die dag in Hoofddorp van [slachtoffer] overgenomen.
Vrijspraak
De rechtbank stelt op grond van het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting vast dat er weliswaar aanknopingspunten tegen [verdachte] bestaan voor betrokkenheid bij de feiten zoals die ten laste zijn gelegd, maar dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat [verdachte] op 15 januari 2022 in Leiden is geweest en de tenlastegelegde woningoverval en diefstal van de auto heeft gepleegd.
[slachtoffer] en [verdachte] hebben ieder voor zich wisselende en inconsistente verklaringen afgelegd die – alhoewel gedetailleerd – op belangrijke onderdelen dus niet alleen tegenover de verklaringen van de ander staan maar ook ten dele verschillen van eigen verklaringen. Afgezien van de verklaring van [slachtoffer] is er geen (objectief) steunbewijs voorhanden dat [verdachte] op 15 januari 2022 op de plaats delict plaatst. De voorhanden zijnde bewijsmiddelen acht de rechtbank, ook in onderlinge samenhang bezien, onvoldoende om tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten te komen, zodat zij [verdachte] zal vrijspreken.
De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte reeds bij een aparte beslissing opgeheven.

4.De vordering van de benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert primair
€ 27.914,57 en subsidiair € 14.471,82 aan vergoeding van materiële schade. Tevens vordert de benadeelde partij € 5.000,- aan vergoeding van immateriële schade. [slachtoffer] vordert daarnaast de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gevorderd en heeft gevorderd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard voor het overige.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij af te wijzen dan wel niet-ontvankelijk te verklaren.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering aangezien de verdachte van de feiten waarop de vordering betrekking heeft, zal worden vrijgesproken.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij moet worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken. De rechtbank begroot deze kosten op nihil.
5. Het inbeslaggenomen voorwerp
5.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangegeven dat de in beslag genomen telefoon van de verdachte aan hem kan worden teruggegeven.
5.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft om teruggave van de telefoon van de verdachte verzocht.
5.3.
Het oordeel van de rechtbank
Blijkens het strafdossier is op 15 januari 2022 een Apple Iphone 12 met goednummer PL1500-2022014744-2709557 onder de verdachte in beslag genomen. Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van dit in beslag genomen goed.

6.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
gelast de teruggave aan de verdachte van de Apple Iphone 12 met goednummer PL1500-2022014744-2709557.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.A. Schueler, voorzitter,
mr. F.C. Berg, rechter,
mr. A.P. Sno, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.R. Klein, griffier.
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 september 2022.