Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
Verblijfsoverstijgende kosten / kinderrekening
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, betreft het een kort geding waarin de deurwaarder verzocht heeft om de executie van een beschikking voort te zetten. De beschikking, die op 12 mei 2020 is gegeven, betreft de ontbinding van een geregistreerd partnerschap en de bijbehorende afspraken in een ouderschapsplan. De vrouw, eiseres in deze procedure, stelt dat de man, gedaagde, zijn verplichtingen uit het ouderschapsplan niet is nagekomen, wat heeft geleid tot betalingsachterstanden op de kinderrekening. De vrouw heeft de deurwaarder ingeschakeld om de achterstallige betalingen te incasseren. De man betwist de vordering en stelt dat de incassoprocedure in strijd is met de afspraken in het ouderschapsplan.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de deurwaarder voldoende titel heeft om de tenuitvoerlegging van de beschikking voort te zetten. De rechter oordeelt dat de betalingsverplichting in het ouderschapsplan duidelijk is omschreven en dat de vrouw recht heeft op de uitvoering van deze verplichtingen. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen bezwaren zijn die de ministerieplicht van de deurwaarder in de weg staan. De beslissing houdt in dat de deurwaarder de executie van de beschikking mag voortzetten, zolang de man zijn verplichtingen niet nakomt. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.