Uitspraak
;
Rechtbank Den Haag
Op 19 september 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken SGR 20/7071 PW en SGR 21/147 PW, waarbij de rechtbank de beroepen van eiseres ongegrond verklaarde. Eiseres had in 2016 een bijstandsuitkering ontvangen, maar werd geselecteerd voor nader onderzoek door het college van burgemeester en wethouders van Gouda, naar aanleiding van een projectmatig onderzoek naar grensoverschrijdend vermogen. Dit onderzoek, uitgevoerd door Soza Xpert, leidde tot de ontdekking dat eiseres onroerend goed in Marokko bezat, wat zij niet had gemeld. Eiseres ontkende het bezit van onroerend goed en stelde dat het onderzoek onrechtmatig was, maar de rechtbank oordeelde dat de selectiecriteria van het onderzoek objectief en niet-discriminerend waren. De rechtbank oordeelde dat eiseres haar inlichtingenplicht had geschonden door geen informatie te verstrekken over haar vermogenssituatie, wat leidde tot de intrekking van haar bijstandsuitkering per 30 augustus 2019. Daarnaast werd haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage rechtsbijstand afgewezen, omdat zij onvoldoende inzicht had gegeven in haar financiële situatie. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had gehandeld en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.