ECLI:NL:RBDHA:2022:9495
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag mvv op basis van niet aangetoond rechtsgeldig huwelijk en familierechtelijke relatie
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 26 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, samen met haar minderjarige kinderen, had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met als doel verblijf bij haar echtgenoot, de referent. De aanvraag werd afgewezen omdat eiseres niet had aangetoond dat er sprake was van een rechtsgeldig huwelijk met de referent, wat ook de familierechtelijke relatie met de kinderen in twijfel trok. De rechtbank oordeelde dat de overgelegde huwelijksakte niet gelegaliseerd was en dat er discrepanties waren in de geboortedatum van de referent. Eiseres voerde aan dat de huwelijksakte ongeldig was verklaard vanwege een administratieve fout en dat verweerder nader onderzoek had moeten doen naar de echtheid van het document. Daarnaast stelden zij dat er wel degelijk sprake was van een duurzame en exclusieve relatie, wat werd onderbouwd met een DNA-onderzoek. De rechtbank oordeelde echter dat de beroepsgronden grotendeels herhalingen waren van eerdere bezwaren en dat er geen aanleiding was om het bestreden besluit te vernietigen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat verweerder niet verplicht was om de aanvraag verder te onderzoeken.