ECLI:NL:RBDHA:2022:9438
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen besluit rijgeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 september 2022, met zaaknummer SGR 21/7224, wordt het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 10 november 2021 beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 3 juli 2021, waarin hem een onderzoek naar zijn rijgeschiktheid was opgelegd en hem werd verboden om te rijden. De rechtbank oordeelt dat eiser niet kan aantonen dat hij tijdig een bezwaarschrift heeft ingediend, aangezien hij dit pas op 26 oktober 2021 deed, terwijl de bezwaartermijn op 14 augustus 2021 eindigde. Eiser heeft niet kunnen bewijzen dat er bijzondere omstandigheden waren die hem in staat zouden stellen om buiten de termijn bezwaar te maken, zoals bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Tijdens de zitting op 1 september 2022 was eiser aanwezig, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. S.J.H. van de Ark. Eiser heeft aangegeven dat hij zo snel mogelijk weer wil kunnen rijden, maar de rechtbank benadrukt dat de enige kwestie in deze procedure is of het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank concludeert dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat het beroep van eiser ongegrond is. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.