ECLI:NL:RBDHA:2022:9424
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van biseksualiteit en geloofwaardigheid van verklaringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Iraanse man geboren in 1992, heeft een opvolgende asielaanvraag ingediend, waarin hij stelt dat hij biseksueel is en daardoor problemen heeft ondervonden in Iran. Eiser heeft eerder twee asielaanvragen ingediend, die beide zijn afgewezen omdat zijn asielrelaas niet geloofwaardig werd geacht. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de huidige aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat hij de biseksualiteit van eiser niet geloofwaardig vond. Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 28 juli 2022 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij heeft verklaard dat hij in Iran is betrapt door zijn vader tijdens seksuele handelingen met een man, wat heeft geleid tot zijn vertrek uit het land. De rechtbank heeft overwogen dat eiser onvoldoende eenduidige en consistente verklaringen heeft afgelegd over zijn seksuele gerichtheid en de redenen voor zijn vertrek uit Iran. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat de problemen die eiser in Iran heeft ervaren vanwege zijn seksuele gerichtheid ongeloofwaardig zijn.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bevestigd. Eiser heeft geen recht op proceskostenvergoeding. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.