Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
gedaagde in reconventie,
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidOVERSTAG B.V.,
beide te Haarlem,
verweersters in reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 november 2020, met producties,
- het tussenvonnis van 7 juli 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 5 oktober 2021, met de daarin genoemde stukken,
- een namens Aura-Soma verzonden brief aan de rechtbank van 14 december 2021 met een reactie op het proces-verbaal,
2.De feiten
- het woordmerk AURA-SOMA met nummer 18049814, geregistreerd op 9 april 2019,
- het beeldmerk met daarin verwerkt het woord AURA-SOMA en een gestileerde driehoek, met nummer 18208005, geregistreerd op 9 maart 2020,
- het woordmerk AURA-SOMA COLOUR-CARE SYSTEM met nummer 3229093, geregistreerd op 26 juni 2003.
3.Het geschil
conventievordert Aura-Soma, samengevat, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar
C. Mensys te bevelen om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaat van Aura-Soma per e-mail opgave te doen, voorzien van deugdelijk schriftelijk bewijs, van alle domeinnaamregistraties die zijn verricht op naam van Mensys, aan Mensys gelieerde ondernemingen, en/of derden ten behoeve van Mensys, waarin het woord “Aura-Soma”, al dan niet in combinatie met andere woorden en/of tekens, voorkomt;
D. Overstag te bevelen om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis op eigen kosten alles te doen om te bewerkstelligen dat de domeinnamen aura-soma.nl, aurasoma.nl (en voor zover nodig aurasomakleurentherapie.nl), alsmede de eventuele andere domeinnamen blijkend uit voornoemde opgave, om niet op naam worden overgedragen aan Aura-Soma, een en ander in overeenstemming met de betreffende voorwaarden van de betreffende domeinnaam-organisatie, zoals de SIDN;
E. te bepalen dat Mensys een dwangsom verbeurt van € 5.000,- per dag (een dagdeel daaronder begrepen) met een maximum van € 250.000,- per overtreding van de onder A. tot en met C. gevorderde bevelen;
F. te bepalen dat Overstag een dwangsom verbeurt van € 5.000,- per dag (een dagdeel daaronder begrepen) met een maximum van € 250.000,- per overtreding van het onder D. gevorderde bevel;
G. Mensys en Overstag gezamenlijk te veroordelen in de volledige proceskosten als bedoeld in artikel 1019h Rv [1] , te vermeerderen met de wettelijke handelsrente.
reconventievorderen Overstag en Mensys, samengevat, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
(i) te verklaren voor recht dat een opzegtermijn van drie jaar had moeten worden gehanteerd, althans een in goede justitie te bepalen termijn;
(ii) te verklaren voor recht dat Mensys de distributieovereenkomst rechtmatig heeft opgezegd en dat Aura-Soma aansprakelijk is voor de schade, op te maken bij staat;
(iii) te verklaren voor recht dat Overstag (en Mensys) overdracht van de domeinnamen kunnen opschorten totdat Aura-Soma de schadevergoeding heeft betaald;
(iv) Aura-Soma te veroordelen in de kosten van dit geding.
out
4.De beoordeling
exclusievesamenwerking, in die zin dat alleen Mensys de Aura-Somaproducten in Nederland op de markt mocht brengen. In hun conclusie van antwoord hebben Mensys en Overstag opgenomen dat [naam 4] (tijdelijk) is aangesteld als “tweede distributeur” in Nederland, hetgeen ook het exclusieve karakter van de samenwerking weerspreekt. Partijen twisten verder over de vraag of in dit geval sprake was van een
distributieovereenkomst. Volgens Mensys was dit het geval; Aura-Soma heeft echter aangevoerd dat de samenwerking eruit bestond dat Mensys op basis van een vooraf vastgestelde prijslijst (die van toepassing is op alle derde partijen) bestellingen plaatste bij Aura-Soma, die Mensys vervolgens aan haar cliënten mocht aanbieden. De (schriftelijke) distributieovereenkomst die [naam 2] in 2012 is aangeboden, heeft zij juist niet willen ondertekenen, aldus Aura-Soma.
distributieovereenkomst, kan in het midden blijven. De rechtsgeldigheid van de opzegging moet hoe dan ook worden beoordeeld aan de hand van de maatstaf die (onder meer) is neergelegd in het arrest van de Hoge Raad van 2 februari 2018 (ECLI:NL:HR:2018:141). Die maatstaf komt erop neer dat een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd in beginsel opzegbaar is. Op grond van artikel 6:248 lid 1 BW kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging van een duurovereenkomst slechts mogelijk is als daarvoor een voldoende zwaarwegende grond bestaat. Diezelfde eisen en omstandigheden kunnen meebrengen dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.
(i) de overeenkomst heeft meer dan 30 jaar bestaan;
(ii) er is geen goede reden voor opzegging met een termijn van slechts drie maanden;
(iii) Mensys mocht erop vertrouwen dat de overeenkomst nog langere tijd zou doorlopen en zag de opzegging niet aankomen;
(v) de Aura-Somaproducten zijn uniek; het kost Mensys ([naam 2]) geruime tijd om op zoek te gaan naar een ander product en daarover de benodigde kennis te verwerven;
(vi) Mensys had plannen om de omzet wederom naar het oude, goede niveau te trekken;
(vii) de opzegging heeft een substantieel gat geslagen in de inkomsten van Mensys.
Deze website is tijdelijk gesloten”) maakt dit oordeel niet anders. Hetzelfde geldt voor het feit dat de Facebookpagina van Mensys met de naam AuraSomaNL geen content meer bevat. Een en ander maakt niet dat Aura-Soma geen belang heeft bij toewijzing van vordering A. Zij moet immers in Nederland in zee kunnen gaan met een andere partner (ook al is in dit geding nog niet gebleken van concrete plannen hiertoe).
€ 24.459,50 overgelegd. Om de redelijkheid en evenredigheid van het genoemde honorarium te kunnen beoordelen, voor zover dit betrekking heeft op het IE-deel van de zaak, zoekt de rechtbank aansluiting bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie van 1 april 2017). De rechtbank is van oordeel dat deze zaak onder de in die Indicatietarieven genoemde categorie ‘normale bodemzaak’ valt. Het maximumtarief aan honorarium in die categorie is een bedrag van € 17.500,--. Voor het IE-deel van de zaak zal het honorarium daarom worden begroot op een bedrag van € 8.750,-- (50% x € 17.500,-). Voor het ‘niet-IE-deel’ van de zaak zal de rechtbank voor het vaststellen van de honorarium van de advocaat van Mensys het in deze gebruikelijke liquidatietarief toepassen. Dit betekent dat een bedrag van € 563,-- (50% van € 1.126,--) zal worden toegekend. Vermeerderd met het door Aura-Soma betaalde griffierecht (van € 656,--) en de door haar betaalde deurwaarderskosten (van € 92,60) sluiten de proceskosten dan op een totaalbedrag van € 10.061,60.