Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [v-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De eiser was op 3 januari 2022 door de politie aangehouden en kreeg vervolgens de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 10 januari 2022 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en was er een tolk aanwezig die Arabisch (Marokkaans) sprak. Eiser stelde dat hij tijdens zijn aanhouding in het Duits was verhoord, een taal die hij onvoldoende beheerst, en dat er geen tolk aanwezig was tijdens het verhoor en de gehoor voor inbewaringstelling. De rechtbank oordeelde dat de afwezigheid van een tolk niet tot onrechtmatigheid van de maatregel leidde, omdat er in het vreemdelingenrechtelijke traject wel degelijk gebruik was gemaakt van een tolk. De rechtbank concludeerde dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet waren betwist door eiser en dat het beroep ongegrond was. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.